De laatste paar jaar hebben we gezien dat F1-coureurs zich steeds
meer inzetten voor allerlei goede doelen. Lewis Hamilton zet zich onder andere in
voor de strijd tegen racisme, generatiegenoot Sebastian Vettel strijdt vooral
tegen klimaatverandering. In Rusland vertelde Vettel nog uitgebreid over zijn
activisme, en over wat hem precies drijft om zich voor de goede zaak in te zetten.
Is dit iets nieuws, of hebben coureurs zich ook in het verleden gemengd in de
wereld van politiek en activisme? In dit artikel nemen we je mee langs twee F1-coureurs
die op wat voor manier dan ook, zichzelf buiten de sport inzetten: de een in de wereld van activisme, de ander in de nationale politiek van zijn thuisland. James Hunt en de strijd tegen apartheid
James Hunt is vooral bekend om zijn titelstrijd met Niki
Lauda (verfilmd in Rush), zijn agressieve rijstijl én natuurlijk zijn
uitbundige manier van leven. Hunt was de playboy-koning van de F1-paddock. Dat maakte
hem een legende, en voor velen een idool – onder andere voor Kimi Räikkönen. Maar
wat veel minder mensen weten over Hunt, is dat hij zich in de jaren ‘80 inzette
in de strijd tegen apartheid in Zuid-Afrika.
We hebben het over de Grand Prix van Zuid-Afrika, in 1985. Hunt
zelf reed toen al zes jaar geen Formule 1 meer, maar was inmiddels commentator
voor de BBC, samen met de legendarische Murray Walker. In 1985 was ook het internationale
verzet de tegen apartheid in Zuid-Afrika heviger dan ooit. Veel andere internationale
sporten hadden het land al lang geleden geboycot, maar Formule 1 bleef er tot
dat jaar rijden.
Dit leidde tot weerstand, ook in de paddock. Ayrton Senna verklaarde
bijvoorbeeld tegen apartheid te zijn, maar besloot toch te gaan rijden, vanwege
zijn verplichtingen naar het team.
Ferrari verklaarde zich terug te trekken als
titelrivaal McLaren het ook deed – beide teams reden uiteindelijk gewoon mee. Sponsoren
lieten hun logo’s van de auto’s halen. Het team van Carl Haas (geen familie
van) werd door hun hoofdsponsor zelfs onder druk gezet om zich terug te trekken
voor de race, met succes. Renault en Ligier kwamen überhaupt niet naar de race,
waarschijnlijk in verband met de boycots van de Franse overheid. Toch verschenen
er uiteindelijk nog 20 auto’s aan de start. De weerstand tegen de GP in Zuid-Afrika
was, kortom, wat aan de magere kant, omdat veel van de rijders en teams zich
uiteindelijk toch niet echt tegen de race durfden uit te spreken.
James Hunt had dit probleem helemaal niet. Hij was dan wel
commentator bij de keurige BBC, maar dat betekende niet dat hij een blad voor
zijn mond nam. Hunt was altijd al een direct en uitgesproken figuur, en ook in
de commentaarpositie liet hij dit zien. Hij gaf zijn ongezouten mening,
bijvoorbeeld over rijders als Jean-Pierre Jarier, die volgens hem ‘een mentale
leeftijd van 10’ had. Hunt was ook fel tegen apartheid, en liet dat dan ook
duidelijk blijken in zijn commentaar. Tijdens de race, op live tv, sprak hij
zich uit tegen de rassenscheiding in Zuid-Afrika. Dit tot ergernis van de
BBC-producer, die hem een briefje toeschoof met de tekst 'Praat over de race!'
Maar, zoals ook Vettel zegt: activisme gaat over meer dan alleen
woorden en publiciteit. Hunt wilde dat zijn commentaar niet werd uitgezonden in
Zuid-Afrika, maar kon dit niet voorkomen. Daarop besloot hij om op een andere
manier zich te verzetten. Een Guardian-lezer, die discrete inzamelingsacties
voor anti-apartheidgroepen organiseerde,
vertelt: 'De bijeenkomst was net
begonnen toen de deurbel ging. Een vaag bekend uitziende man verontschuldigde
zich dat hij te laat was en parkeerde zijn fiets in de hal. Het duurde even,
maar toen viel het kwartje.' Het bleek Hunt te zijn. Hij ging zijn salaris als
commentator te doneren aan lokale Zuid-Afrikaanse bewegingen die streden tegen
rassenscheiding. Het is een fascinerende actie van een man die we tegenwoordig eerder
kennen als een flamboyant playboy-icoon.
Na 1985 werd de Grand Prix van Zuid-Afrika van de kalender
gehaald. In de vroege jaren ’90 werd het systeem van Apartheid ontmanteld, en
in 1992 werd nog één laatste GP gehouden in het land.
De man die president had kunnen worden
Vettel, Hamilton en Hunt laten zien dat je als Formule 1-coureur
zeker actie kunt voeren voor allerlei belangrijke zaken. Maar één coureur ging
nog verder dan dat, en werd na zijn racecarrière politicus in zijn thuisland.
We kennen Carlos Reutemann (1942-2021) vooral als de op één
na succesvolste F1-coureur uit Argentinië. Hij reed voor Ferrari, Lotus,
Williams en Brabham – allemaal topteams – en won 12 Grands Prix. Al in zijn allereerste
F1-weekend pakte hij pole position, en in 1981 verloor hij slechts op een haar
na de wereldtitel aan Nelson Piquet. Wat minder mensen echter weten, is dat hij
na zijn racecarrière politicus werd in Argentinië.
Dit is merkwaardig, omdat het Formule 1-circus zich normaal
gesproken liever ver van nationale politiek en verkiezingen houdt. Het is
bijvoorbeeld verboden om politieke boodschappen op auto’s te plakken, in
tegenstelling tot bij NASCAR. Sommige coureurs spreken zich wel uit over
belangrijke sociale problemen als racisme, maar nationale politiek? Daar blijven
ze meestal liever vanaf.
Nadat Reutemann zijn laatste Grand Prix reed, in 1982, legde
hij zich eerst toe op een leven als boer in het noorden van zijn thuisland. Carlos
Menem, president van Argentinië, zag echter een politiek talent in hem, en vroeg
hem in 1991 om gouverneur van zijn provincie Santa Fe te worden. Reutemann
accepteerde het aanbod, won de verkiezingen, en werd zo een professioneel
politicus. . Later werd hij zelfs nog verkozen tot senator. De Argentijn is
daarmee de enige F1-coureur die ooit een serieuze, nationale politieke functie
bekleedde.
Dat niet alleen; Reutemann werd al snel een van de
populairste politici van Argentinië. In 2001 werd het land getroffen door een enorme
economische crisis, en Reutemann was een van de weinige gouverneurs die zijn provincie
uit de torenhoge schulden wist te houden. In dat jaar trad ook de zittende
president van Argentinië af. Door zijn populariteit werd Reutemann meermaals
gevraagd om zich kandidaat te stellen voor de eerstvolgende presidentsverkiezingen
in 2003, maar hij wilde niet, tot de verrassing en teleurstelling van velen.
Waarom? 'Ik zag iets wat me niet beviel, en ik zal waarschijnlijk nooit vertellen
wat het was', was zijn mysterieuze uitleg in een avondprogramma. In privé
schijnt hij gezegd te hebben dat hij gek zou zijn geworden van de druk van de
media.
Had Reutemann president kunnen worden? Waarschijnlijk wel.
De oud-coureur was erg populair, en won elke verkiezingen waar hij ooit aan heeft
meegedaan. Argentijnen zagen een betrouwbare, eerlijke kandidaat in hem – geen vanzelfsprekendheid
in de Argentijnse politiek. Het is dus zeker mogelijk dat Argentinië ooit een
oud F1-coureur als president had gekregen. Uiteindelijk was het Reutemann zelf
die, na lang twijfelen, besloot dat het presidentschap niet voor hem was
weggelegd.