Maandag 4 januari werd bekendgemaakt dat
Alexander Albon dit jaar
in de DTM actief zal zijn. De Thai reed in 2020 nog voor
Red Bull Racing in de Formule
1, maar moet zich in 2021 schikken in de rol van reservecoureur. Sergio
Perez heeft zijn stoeltje naast Max Verstappen overgenomen. De verhuizing van
Albon naar de DTM lijkt een stap terug voor hem te zijn, maar er zijn meerdere
Formule 1-coureurs geweest die vanuit de DTM naar de koningsklasse zijn
verhuist, de één echter succesvoller dan de ander.
Paul di Resta
Voordat de Britse
Paul di Resta debuteerde in de Formule 1
bij Force India was hij actief in de Deutsche Tourenwagen Masters, zoals de volledige naam van de DTM luidt. Di Resta
begon in 2007 aan zijn avontuur in de Duitse raceklasse bij Persson Motorsport
en liet meteen zien dat hij goed kon racen. De Brit werd in zijn eerste race
vijfde, gevolgd door twee tweede plaatsen. Voor het 2008-seizoen stapte hij
over naar het HWA Team, waar hij meteen als tweede eindigde in het klassement. Twee
jaar later won hij het kampioenschap.
De goede prestaties van Di Resta vielen op bij Force India,
waar hij in 2010 al een reserverol vervulde. Een jaar later mocht hij zijn
debuut maken in de Formule 1 tijdens de Grand Prix van Australië van 2011. Erg lang wist Di Resta het echter niet vol te houden in de Formule 1, want na drie seizoenen keerde hij terug in de DTM. In 2017 reed de Brit geheel onverwachts de Grand Prix van Hongarije voor Williams, omdat Felipe Massa ziek was. Een jaar later wist hij als derde te
eindigen in de DTM. Sinds 2016 is de Brit analist voor Sky Sports F1. Helemaal uit beeld in de autosportwereld is hij dus niet.
Michael Schumacher
Zevenvoudig wereldkampioen
Michael Schumacher reed voordat hij in de koningsklasse debuteerde een aantal races
in de DTM. De Duitser kwam in 1990 eenmalig in actie voor Mercedes-AMG, maar crashte in de eerste bocht met kampioenschapsleider Johnny Cecotto. Een jaar later probeerde de Duitser het opnieuw, want in 1991 reed hij in totaal vier races in de DTM met als beste resultaat een veertiende plek. Tijdens de Grand Prix van België van datzelfde jaar kon Schumacher zijn debuut maken in de Formule 1 en begon hij aan zijn legendarische
Formule 1-carrière.
Dat de Formule 1-legende überhaupt een kans kreeg in de koningsklasse in 1991, kwam grotendeels door Mercedes. De Duitsers betaalden 150.000 dollar aan Jordan zodat Schumacher zijn debuut kon maken in België. Vaste coureur van het team, Bertrand Gachot, moest achttien maanden de cel in, nadat hij CS-gas had gebruikt om zichzelf te verdedigen na een auto-ongeluk. Schumacher finishte de Belgische Grand Prix niet, maar werd wel gecontracteerd door Benetton. In de drie races erna werd hij respectievelijk vijfde, zesde en zesde.
Artikel gaat verder onder de video.
Michael Schumacher veroorzaakt crash in de DTM-race in Hockenheim in 1990.
Pascal Wehrlein
Pascal Wehrlein mag zich de jongste DTM-kampioen ooit
noemen. De Duitser won op twintigjarige leeftijd het kampioenschap voor HWA AG in
2015, nadat hij een jaar eerder al de jongste racewinnaar werd. Na zijn kampioenschap
in de DTM kwam de Duitser bij Manor Racing terecht in de Formule 1. In 2016 scoorde
hij één punt voor het team tijdens de Grand Prix van Oostenrijk.
Een jaar later
mocht Wehrlein het proberen bij Sauber, waar hij achttiende werd met vijf
punten. Het betekende meteen ook het einde voor de Duitser in de Formule
1, want in 2018 werd hij vervangen door Charles Leclerc. Wehrlein vond zijn
toekomst in de Formule E, maar keerde dat jaar ook terug in de DTM, waar hij als
achtste eindigde. De Duitser rijdt momenteel voor TAG Heuer Porsche in de Formule
E.
Esteban Ocon
Voordat
Esteban Ocon zijn plek in de Formule 1 bemachtigde, reed hij tien races in het 2016 DTM-seizoen. De Franse coureur kwam uit voor Mercedes Benz en wist in totaal twee punten te scoren in de Duitse raceklasse. Een erg goede start kende hij echter niet, want in de eerste twee races, op de Hockenheimring, viel hij uit. Ocon behaalde zijn beste resultaat in de DTM tijdens de negende race van het seizoen in Zandvoort, waar hij negende werd.
Na tien races moest Mercedes opzoek naar een vervanger, want Ocon vertrok naar de Formule 1. Bij Manor Racing maakte hij zijn debuut tijdens de Grand Prix van België in 2016. Verder dan een twaalfde plek kwam de Fransman echter niet in zijn negen races. Voor het 2017-seizoen vertrok Ocon naar Force India, waar hij meteen liet zien dat hij goed kan rijden. Met 87 punten in het kampioenschap finishte hij als achtste. De Franse coureur wist slechts twee keer geen punten te scoren dat jaar.
Artikel gaat verder onder de video.
Esteban Ocon in de grindbak tijdens vrije training DTM-race Zandvoort 2016.
Christijan Albers
De Nederlandse
Christijan Albers kwam in totaal 46 keer uit in de Formule 1, maar reed daarvoor in de DTM. Albers kwam uit voor Persson Motorsport in 2001, maar verhuisde een jaar later naar Team Rosberg. Bij beide teams wist Albers niet voor de titel te rijden, al werd hij wel tweede tijdens de race op de Sachsenring in 2001. In 2003 en 2004 kwam Albers uit voor het HWA Team, waar hij wél voor de titel kon rijden. Het lukte hem zelfs bijna om deze te winnen. In 2003 werd hij echter tweede en een jaar later derde.
De bijna-titels waren wel voldoende voor Minardi om de Nederlander een kans te geven in de Formule 1. Daar wist Albers nooit verder te komen dan een negentiende plek in het kampioenschap. Niet geheel onlogisch, gezien het feit dat Minardi dat seizoen de hekkensluiter was in de Formule 1. Albers' beste resultaat in de Formule 1 was een vijfde plek tijdens de Grand Prix van de Verenigde Staten in 2005. In 2006 en 2007 werd de Nederlander respectievelijk 22e en 25e in het klassement, waarna hij terugkeerde in de DTM in 2008. Daar eindigde hij als zeventiende.
Bernd Schneider
Voordat Bernd Schneider in 1988 in de Formule 1-debuteerde,
was hij actief in de DTM. De Duitser begon in 1986 aan zijn avontuur in de
raceklasse bij Ford-Grab Motorsport en wist een jaar later als tweede te
eindigen op de Nürburgring, wat zijn beste resultaat in de DTM was tot aan zijn
eerste overwinning in 1992. Schneider liet voldoende zien in de Duitse
raceklasse om in beeld te komen bij een Formule 1-team en debuteerde in 1988
voor West Zakspeed Racing.
Succesvol was de Schneider echter niet in de koningsklasse.
Van de 34 races waar hij aan mee kon doen, wist hij zich maar voor negen te
kwalificeren. In zes van die negen races viel hij ook nog eens uit, waardoor
hij maar drie keer de finishvlag heeft gezien in de Formule 1. Zijn beste resultaat was een twaalfde plek. In 1992 keerde Schneider fulltime terug in de
DTM, waar hij in de jaren daarna vijf keer de titel wist te winnen.
Artikel gaat verder onder de foto.
Bernd Schneider kondigt zijn vertrek in DTM aan in 2008. (Foto: AngMoKio)
Meerdere coureurs na Formule 1-carrière in DTM te zien
David Coulthard reed na zijn tijd bij Red Bull Racing in de
Formule 1 drie seizoenen in de DTM. De Brit debuteerde in 2010 bij Mücke
Motorsport en werd twee jaar achter elkaar zestiende met slechts één punt per
seizoen. In 2012 ging het hem iets beter af, want in dat jaar wist hij veertien
punten te scoren. Het bracht hem echter niet veel hoger in het klassement dan
de jaren ervoor. Coulthard finishte het kampioenschap als vijftiende.
Coulthard is niet de enige coureur die na zijn Formule 1-carrière
de DTM uitprobeerde. Mika Häkkinen, die twee keer wereldkampioen wist te worden
in de koningsklasse, kwam in 2005 bij Mercedes-AMG terecht en werd meteen
vijfde in het DTM-klassement van dat jaar. In de jaren daarna wist hij zich
echter niet te verbeteren en met drie overwinningen op zak keerde Häkkinen in
2008 niet terug op de grid.
De Franse
Jean Alesi kwam na zijn 201 Formule 1-starts in de DTM terecht. De voormalig Ferrari-coureur beëindigde zijn carrière in de koningsklasse in 2001 met slechts één overwinning, maar bleek in de DTM succesvoller te zijn. In zijn eerste jaar bij Mercedes-AMG won hij twee races en werd hij vijfde in het kampioenschap. Een jaar later wist hij dat kunstje te herhalen, want ook in 2003 won hij twee races en werd hij vijfde. De laatste overwinning van Alesi in de DTM dateert van 17 april 2005 op de Hockenheimring.
Net als Coulthard, Häkkinen en Schumacher, zocht ook enkelvoudig
Grand Prix-winnaar
Robert Kubica zijn toekomst in de DTM. De Pool reed in 2019
nog een volledig seizoen voor Williams in de Formule 1, maar moest het
afgelopen jaar doen met een reserverol bij Alfa Romeo. Kubica kwam in 2020
daarom uit in de Duitse raceklasse en eindigde als vijftiende in het klassement
met twintig punten. Als beste resultaat behaalde hij een derde plek in de
tweede race op het circuit in Zolder.
Kansen voor terugkeer Albon in F1 na DTM-avontuur
In grote lijnen gebeurt het vaker dat coureurs vanuit de Formule 1 in de DTM terecht komen dan andersom, maar zoals hierboven te lezen is, komt het wel voor. Albon gaat dan wel in actie komen in de DTM, maar fulltime coureur zal hij er (nog) niet worden. De Thai behoudt namelijk een reserverol bij Red Bull Racing in 2021. Ook heeft de adviseur van het Oostenrijkse team, Helmut Marko, aangegeven dat Albon alleen in de DTM zal rijden als het Formule 1-schema dat toelaat.
Of we de 24-jarige Thai terug gaan zien in de Formule 1, hangt dus van een aantal dingen af. Mocht er een Red Bull-coureur ziek worden komend seizoen, is Albon de logische vervanger. Maar als hij in 2021 helemaal niet in actie zal komen in de koningsklasse van de autosport, dan zal hij zich moeten bewijzen in zijn reserverol voor het team. De DTM is in dat geval een extra kans voor Albon om te laten zien dat hij een goede coureur is.
Eerder gaf Albon al aan
terug te willen keren op de Formule 1-grid in 2022. Zijn focus zal dus liggen op zijn reserve- en testrol bij Red Bull komend seizoen. Mocht hij in de DTM geen goede resultaten behalen, betekent dat ook niet meteen dat hij geen kans meer zou kunnen maken in de Formule 1. De Duitse toerwagen-klasse is erg verschillend ten opzichte van de eenzitters in de Formule 1, dus de resultaten van Albon in de DTM zullen waarschijnlijk dus niet bepalend zijn voor zijn Formule 1-activiteiten.
Door: David Boorsma