Fernando Alonso is niet tevreden met de ongelijke snelheid
tussen de Formule 1-teams, vertelt hij naar aanleiding van Lewis Hamiltons
dominante optreden in Brazilië. Hij denkt dat het zonde is van de inzet van de
andere coureurs, en waarschuwt dat jonge rijders op deze manier de hoop kunnen
verliezen. Hij hoopt dat de nieuwe regels voor volgend jaar verandering zullen
brengen. De Spanjaard doet deze uitspraken naar aanleiding van Lewis
Hamiltons overwinning bij de Grand Prix van Brazilië. ‘Hij krijgt 25 plaatsen
straf en wint alsnog de race’, zegt Alonso over zijn oud-teamgenoot. Hij telt daarbij
overigens Hamiltons diskwalificatie van vrijdag en de 5 plaatsen gridstraf van
zondag bij elkaar op. ‘Hun dominantie dit weekend was buitengewoon.’
Alonso erkent dat dit probleem niet nieuw is in de Formule 1,
meldt
Motorsport-total.com. ‘Ze hebben zeven wereldtitels gewonnen dankzij hun
dominantie, dat is hoe het is. Nu moeten wij ons pakket verbeteren.’ Toch hekelt
hij het verschil tussen de auto’s. ‘Geen sport zou zo moeten werken. Het ziet er
gewoon verkeerd uit.’ De Alpine-coureur vergelijkt het met andere sporten: ‘Het
is alsof je basketbal speelt, en de baskets zijn niet even groot. Als de
tegenstander op een grote basket mikt, en jij op een kleine, zul je altijd verliezen.’
‘Jonge rijders verliezen de hoop’
Volgens de oud-wereldkampioen doet een dominante prestatie als
die in Brazilië geen recht aan het werk dat de andere coureurs leveren. ‘We
zijn allemaal professionele coureurs. We zijn toegewijd, we trainen veel,
rijden in de simulator. We zetten elke keer onze levens op het spel.’ Dit alles
mag echter niet baten voor de rijders in het middenveld: ‘We liggen elke race
op een ronde achterstand. Ook volgende week in Qatar weten we dat al van
tevoren. Het is de enige sport waar dit gebeurt.’ Alonso vindt het ook zonde voor
jonge, talentvolle coureurs, met wier lot hij de laatste jaren erg begaan is. ‘Als
ik denk aan de jongens die deze sport binnenkomen en zien dat een of twee auto’s
zoveel sneller is, verliezen ze de hoop dat zij zelf ooit kampioen kunnen
worden.
Alonso heeft in voorgaande jaren zelf in een dominante wagen
mogen rijden, in het wereldkampioenschap lange afstandsracen (WEC): ‘Twee jaar
geleden had ik het voorrecht om voor Toyota te rijden in het WEC, en zo’n
dominante auto te hebben.’ Toch heeft hij ook aan de andere kant gestaan. Bij
McLaren reed hij jarenlang met auto’s die geen kans maakten op een Grand
Prix-overwinning. Alonso is zelf dus ook goed bekend met het probleem van
ongelijkheid in de Formule 1. Hij hoopt dat de nieuwe regels van volgend jaar
de gaten zullen dichten. ‘Je probeert de sport een beetje eerlijker te maken.
Ik weet niet of we dat kunnen halen.’