Voor Red Bull was er tijdens de Grand Prix van de Eifel eindelijk een lichtpuntje aan de horizon te zien. Het gat met Mercedes was namelijk niet meer zo groot als in voorgaande races, dus is er reden voor optimisme bij de Oostenrijkers. Max Verstappen eindigde vier seconden achter Lewis Hamilton en pakte de snelste rondetijd op de Nürburgring. Maar hoe komt het dat Red Bull grotere stappen lijkt te maken? De Red Bull was uitgerust met nieuwe upgrades, terwijl Mercedes dit jaar al is gestopt met de ontwikkeling van de W11, zo concludeert
Auto, Motor und Sport. De RB16 had gemodificeerde spiegelsteunen en extra deflectors op de halo. Om dit te doen, hebben de ingenieurs de achterwielophanging en de ventilatie van de achterrem herzien. Allemaal met als doel de stabiliteit en downforce te vergroten.
Baanlayout speelde belangrijke rol voor Red Bull
Volgens het Duitse medium hielp de baanlayout zeker mee door de langzame en middelmatige bochten en niet al te lange rechte stukken. De langste vol gas sectie was 810 meter lang. Door het seizoen heen werd duidelijk dat hoe langer de rechte stukken zijn, hoe meer Red Bull lijdt. De Honda V6 Turbo begint eerder te laden op de rechte stukken dan de Mercedes V6. Daardoor ontbreekt uiteindelijk de 163 pk van de elektromotor.
Daarnaast bleek het DAS-systeem van Mercedes weer van pas te komen. Het koude weer beantwoordde de vraag hoeveel DAS Mercedes eigenlijk doet. Met het systeem kunnen coureurs de banden tijdens het rijden sneller op temperatuur krijgen. Dit werkt door aan het stuurwiel te trekken en te duwen. De truc was effectiever in de safety car-fase dan bij het verlaten van de pitlane, zo zagen ze bij AMuS. (Foto: Red Bull Content Pool/Getty Images)