In 'De Race van' houdt F1Maximaal iedere Grand Prix de bezigheden van één Formule 1-coureur in de gaten. Hiermee brengen we de uitzonderlijke, middelmatige en teleurstellende prestaties van rijders in beeld die je tijdens de wedstrijd misschien wel volledig hebt gemist. Deze week een van meest joviale F1-coureurs op de grid: Lando Norris. Arriverend in Francorchamps is Lando Norris, een van de sterren van het voorseizoen, zijn swing even kwijt. In Spanje was niet hij, maar teamgenoot Carlos Sainz de man van de wedstrijd. Norris schudt de averij met een eenvoud van zich af. Een andere keuze heeft hij ook niet, want bij nog een matig weekend kan
McLaren in het klassement opgeslokt worden door Racing Point, Ferrari of
Renault.
McLaren begint het weekend direct op het achterste been: op vrijdag wordt duidelijk dat Racing Point en Renault beide een snelheidsvoordeel hebben, zowel qua 'one-lap speed' als op race pace. Vervelender nog is het feit dat de renstal uit Woking met wat technische problemen kampt. Maar ondanks een motorprobleem voor Norris en DRS-gremlins bij Sainz is de snelheid aanwezig.
Mag McLaren dromen van een podium?
Met iedere vrije training eindigt Norris hoger in de tijdlijst. Waar hij een tiende plaats in de eerste sessie claimt, werkt hij zich op tot P3 in de laatste training. Maar van zekerheid op een dergelijk resultaat is geen sprake, want net als McLaren oogt ook Renault sterk – zó sterk zelfs, dat Mercedes en
Red Bull Racing vrezen voor de snelheid van het Franse fabrieksteam.
In de kwalificatie betaalt de 'low-downforce' afstelling van McLaren zich uit. De Renault-motor is op het glooiende Spa-Francorchamps subliem, en mede dankzij het compleet verdwijnen van de competitiviteit van de Ferrari’s schoppen zowel Sainz als Norris het wederom tot Q3. Maar opnieuw naait het fabrieksteam McLaren een oor aan, door met een P4 van Daniel Ricciardo en een P6 van Esteban Ocon de Red Bulls te splitsen en ook Sainz voor te blijven. Norris moet genoegen nemen met een tiende plaats.
Drama voor McLaren
Alles, zo ook de snelheid van Renault en Racing Point in de longruns, duidt erop dat het voor McLaren een kwestie van schadebeperking zal worden. Helemaal wanneer de Renault-motor van Sainz al in zijn installatieronde de geest geeft, waardoor hij de race niet eens kan aanvangen. McLaren is aangewezen op Norris, die in zijn kielzog een bende hongerige wolven heeft.
Bij de start wordt de Britse tiener op onkarakteristieke wijze door een aantal van hen verschalkt. In La Source passeert de als de brandweer vertrokken Charles Leclerc hem, aan het eind van de Kemmel Straight verliest hij nog een plaats aan Pierre Gasly. ‘Ik weet niet wat daar gebeurde’, vertelt Norris na afloop. ‘Ik denk dat er wat water of olie lag, waardoor ik compleet de controle over de auto verloor.’
Norris activeert zijn innerlijke 'Comeback Kid'
Na deze tankslapper staat Norris op het achterste been. Hij ligt nu elfde en heeft een hele rits tegenstanders uit het uiterst krappe middenveld voor zijn neus. Met Leclerc maakt hij korte metten: de Ferrari is in de race geen stuiver waard en valt als een baksteen door het veld. De McLaren-coureur volgt de snellere RP20 van Sergio Perez op ongeveer 2,5 seconden wanneer in ronde 11 plotseling de gele vlag wordt gezwaaid. Een ernstig ongeluk van Antonio Giovinazzi, dat ook een vroegtijdig einde brengt aan de wedstrijd van George Russell, heeft de safety car als gevolg.
Teams die hun strategieën zorgvuldig hebben bedacht, kunnen vanaf nul beginnen. Tijdens de neutralisatie worden liefst vijftien coureurs, waaronder Norris, naar binnen geroepen. De Brit komt naar buiten op harde banden. Hij behoudt zijn tiende plaats, maar kijkt nu op de versnellingsbak van Lance Stroll.
Op weg naar voren
Stapsgewijs schuift het kleurrijke treintje met
Alexander Albon als locomotief naar voren wanneer de laatste coureurs in de voorhoede, Perez en Gasly, enkele ronden later de pitstraat in duiken voor hun eerste stop. Daarmee krijgt Norris twee plaatsen cadeau. Lange tijd lijkt dat het maximaal haalbare, maar met nog vijftien ronden te gaan begint de strijd op te warmen.
Wat blijkt? Door de manier waarop Norris en zijn ingenieurs de MCL35 hebben afgesteld, gaat deze zachtaardiger om met de banden dan de concurrentie. De vroege eenstopper die de meesten hebben gemaakt, speelt hem in de slotfase van de race dan ook enorm in de kaart. Terwijl een groot aantal coureurs de banden moet managen, kan het Britse talent nog eenmaal aanzetten in een poging zoveel mogelijk punten te scoren. ‘Ik voelde dat de auto sterk was, en alleen maar sterker werd’, vertelt de halve Vlaming na afloop.
Eindsprint richting Albon en Ocon
Norris is echter niet de enige die een heel rap tempo aanhoudt tijdens deze laatste ronden. McLaren delft namelijk het gehele weekend al het onderspit ten opzichte van Renault en ook in de race moet het team alle zeilen bijzetten om de aansluiting niet te verliezen.
Dat de tiener de volledige concentratie heeft op het bijhouden van Ocon, blijkt wel wanneer hij vastzit achter Stroll. Wanneer zijn race-ingenieur, José Manuel López, in ronde 37 over de radio aangeeft dat hij een waarschuwing heeft gekregen van de raceleiding voor zijn rijgedrag, antwoordt hij. ‘Ik geef niets om degenen achter mij!’
De volgende ronde slaat hij toe: Norris laat de Racing Point van Stroll met een simpele manoeuvre in zijn stof, waarna hij zijn vizier richt op Ocon, die op zijn beurt Albon opjaagt.
Het gevecht om plaats vijf
Norris ruikt bloed. In de verte, zes seconden verderop, ziet hij zijn Franse collega vastzitten achter Albon, wiens zachtere mediumbanden met iedere ronden verder degraderen. Ocon probeert en probeert, maar de Red Bull-coureur doet voldoende om het gevaar van zich af te slaan. Wanneer Norris het gat heeft gedicht, is het alles of niets voor Ocon – en jawel, mede dankzij een goede exit uit La Source, weet hij Albon te passeren aan het eind van het rechte stuk.
Het is een domper van jewelste voor de oogappel van Zak Brown. Ocon pleegt zijn inhaalactie in de laatste raceronde, waardoor er voor Norris geen mogelijkheid meer is om de P6 van Albon af te pakken. ‘Had ik één rondje meer gehad, dan had ik hem kunnen passeren’, vertelt een toch ietwat teleurgestelde Norris naderhand.
Norris redt de klassementswensen van McLaren – voor nu?
Het kan McLaren weinig deren, die twee extra punten. Teambaas Andreas Seidl spreekt van een goede dag. ‘Het was een dag van schadebeperking voor het team. Eerst kon Carlos de race niet starten, daarna verloor Lando bij de start twee plaatsen. Dat hielp zijn race om zeep. Maar hij maakte een fraaie comeback om toch nog wat punten te scoren.’
Met de zes punten die Norris in België verdient voor een totaal van 45, passeert hij Stroll voor de zesde plaats in het klassement en komt hij op gelijke hoogte met Leclerc. Belangrijker nog voor het team is dat Norris daarmee ook de derde plaats in het constructeursklassement terugpakt. McLaren zal de komende Grands Prix echter wel op zijn hoede moeten zijn voor de concurrentie. De renstal uit Woking bezet momenteel de derde positie met 68 punten, maar heeft Racing Point (66 punten), Ferrari (61 punten) en nu ook Renault (59 punten) op de hielen zitten. De strijd om P3 is heviger dan ooit. (Foto: McLaren F1 Media)
Door: Harry Verolme