8 juli 2020 zal de boeken ingaan als de dag dat het slechtst bewaarde geheim van de Formule 1 openbaar werd gemaakt. Na weken, nee, maanden van speculatie volgt vandaag officieel de bevestiging dat de bijna negenendertigjarige Fernando Alonso volgend jaar inderdaad terugkeert in de Formule 1. Het is tegenwoordig hoogst ongebruikelijk dat de carrière van een F1-coureur spant tot in zijn veertiger jaren, laat staan dat hij op die leeftijd zijn rentree mag maken. Hoewel het ooit de normaalste zaak van de wereld was dat coureurs tot diep in de veertig, soms wel vijftig reden, is dat inmiddels enkel weggelegd voor de allerbeste coureurs.
Het vereist namelijk een coureur van een bepaald kaliber om op zo’n leeftijd nog te kunnen strijden tegen jongens die soms half zo oud zijn. Neem bijvoorbeeld een Kimi Raikkonen, die op zijn veertigste nog even koel als altijd Alfa Romeo Racing op sleeptouw neemt. Of wat te denken van Rekordmeister Michael Schumacher, die op zijn eenenveertigste terugkeerde in de Formule 1 en twee jaar later zijn Mercedes nog naar pole reed in de straten van Monaco. En dan hebben we het nog niet eens over historische voorbeelden als Juan Manuel Fangio en Jack Brabham.
Renault kan niet om talent Alonso heen
Het punt is: Fernando Alonso hoort zonder meer thuis in dit exclusieve rijtje. Door de jaren heen heeft de Spaanse coureur keer op keer bewezen uitmuntend te zijn achter het stuur. Alonso dankt zijn reputatie niet in de eerste plaats aan zijn twee wereldtitels, zijn 32 Grand Prix-overwinningen en het feit dat hij de almachtige combinatie van Scuderia
Ferrari en Michael Schumacher wist te onttronen, ook staat hij erom bekend de magische gave te hebben om iedere F1-auto bij de haren naar de voorzijde van het veld te kunnen trekken.
Gooi dit alles bij elkaar in de blender en je begrijpt dat
Renault in Alonso een onweerstaanbare coureur heeft. En andersom ook, want niet alleen is dit voor de 24 uur van Le Mans-winnaar waarschijnlijk de enige optie om bij een fabrieksteam terug te keren in de Formule 1, ook is het voor Alonso een kans om Renault een dienst te bewijzen.
Wonderkind Alonso slaat dubbelslag
Op veel manieren bevindt de Franse renstal zich namelijk waar het zich bevond toen Alonso in 2002 door
Flavio Briatore werd opgeroepen om bij het team te komen: halverwege de grid en zoekende naar een weg terug naar de top. Het was aan de toen piepjonge belofte uit Oviedo de taak om de voorbije gloriedagen van Benetton, dat met Schumacher twee wereldtitels behaalde, opnieuw naar Enstone te halen. En dat deed hij.
Na een jaar langs de zijlijn kwam Alonso in 2003 binnen met een knal, door Renault haar eerste Grand Prix-overwinning in dertig jaar tijd te bezorgen. Het was het begin van een zeer succesvolle periode voor de Franse renstal. Hoewel Renault in 2004 niet kon tippen aan het ultra-dominante Ferrari en het dankzij Jarno Trulli welgeteld één overwinning scoorde, kwam het in 2005 zeer sterk terug. Zeven overwinningen en acht verdere podiumplaatsen hielpen Alonso aan zijn eerste wereldtitel. De toen vijfentwintigjarige deed het een jaar later dunnetjes over door rivaal Schumacher, met zeven zeges en evenveel tweede plaatsen, van zich af te houden.
Alonso zoekt naarstig naar derde wereldtitel
Het succes dat Alonso bij Renault kende, weerhield hem er echter niet van een lucratief contract te tekenen bij
McLaren. Wellicht dat hij de bui al voelde hangen en zich wilde aansluiten bij het succesvolle McLaren, of gewoonweg niet meer met Briatore door één deur kon. De gedroomde overstap naar de iconische Britse renstal mondde niet uit in een sprookjesverhaal, want na al één uiterst destructief seizoen naast een zekere Britse debutant keerde Alonso aan het eind van het jaar met de staart tussen de benen terug bij Renault.
Wat volgde was een mager jaar waarin Renault en Alonso een onwaarschijnlijke overwinning boekten in Singapore, waarvan later aan het licht kwam dat het team flink had gerommeld om deze prestatie te verwezenlijken. Terwijl Renault (terecht) door het slijk werd gehaald, had Alonso zijn volgende move naar Ferrari al bekokstoofd.
Negen jaar en een bootlading ergernissen, foute keuzen en een reeks wereldprestaties later had de Spanjaard het laatste beetje interesse in de F1 verloren en besloot hij zijn heil elders te zoeken. Alonso verlegde zijn focus op het behalen van de illustere Triple Crown, maar kon de magie van de sport die hij zo liefhad toch niet helemaal van zich afschudden. En dus bleef hij flirten. En teasen. Er kwam geen einde aan.
Alonso en Renault willen basis leggen voor succes
En nu, exact drie weken voor zijn negenendertigste verjaardag, is het hoge woord er eindelijk uit: Alonso keert in 2021 terug bij het Renault.
Hoewel Alonso mogelijk hongeriger is dan ooit, heeft de veteraan geen waanideeën voor het komende seizoen. Renault roept al enkele jaren zonder resultaat dat het terug zal keren naar de top. Maar de man met 32 overwinningen achter zijn naam zal heel goed beseffen dat er na een potentieel vruchtbaar eerste jaar terug in de sport kansen liggen voor 2022, het jaar dat de regels veranderen.
En als het lot hem ditmaal wél toelacht, kan dit wel eens de beste beslissing zijn van zijn loopbaan. Zeg van hem wat je wilt, maar als er een ding is waaraan het Alonso niet ontbreekt, is het zijn ongelooflijke drang om te winnen. En van zulke coureurs kan de Formule 1 er nooit genoeg hebben.
Door: Harry Verolme@harryverolme