Sinds de
oprichting van de Formule 1 in 1950 hebben er in de afgelopen jaren talloze
banen op de verschillende kalenders gestaan. Hoewel we door de jaren heen
steeds meer nieuwe locaties zijn gaan bezoeken, zijn er de afgelopen seizoenen
ook veel circuits juist uit de sport gegaan. Sommige banen keerden terug, maar
heel veel ook weer niet. Om een ode te geven aan enkele van deze circuits van
weleer, blikt F1Maximaal terug en zetten wij enkele klassiekers van
races op banen die er nu niet meer zijn op een rij.
Dijon, Frankrijk - 1979
De Grand
Prix van Frankrijk heeft plaatsgevonden op verschillende plekken door het hele
land. Zo werd in onder andere 1979 de race verreden op het Circuit de Dijon-Prenois
in het hart van de Franse Bourgondië. De Grand Prix werd een heuse
titanenstrijd tussen
Gilles Villeneuve in de Ferrari en René Arnoux in de
Renault. En niet eens om de eerste plaats, de twee vochten het namelijk uit om
plek twee. Arnoux’ teamgenoot, Jean-Pierre Jabouille, ging uiteindelijk met de
winst ervandoor. Het werd de eerste zege voor een Formule 1-auto met
turbomotor.
Desondanks ging
alle aandacht uit naar de strijd voor place deux. Villeneuve en Arnoux haalden
elkaar meermaals in, ronde na ronde. Arnoux had de snellere auto, omdat de
Ferrari van Villeneuve op versleten banden reed. Gelukkig had de Italiaanse
renstal met de Canadees een zeer begaafde rijder achter het stuur en werd
Villeneuve tweede, slechts een kleine drie tienden voor Arnoux.
1984 zou de
laatste keer zijn dat Dijon op de kalender stond, want in 1985 verhuisde de
Formule 1 naar Paul Ricard. De baan werd namelijk te klein bevonden. Door de
3,8 kilometer aan asfalt ontstonden er verstoppingen wanneer de auto’s op de
baan waren. De FIA vond dat maar niks, dus werd Dijon in de ban gedaan.
Estoril, Portugal - 1985
De Portugese
Grand Prix keerde weliswaar vorig jaar terug, maar het was de eerste sinds 1996
wegens gebrek aan geld voor het organiseren van het evenement. Die race was
toentertijd dan ook de laatste na een 12-jarige periode op het circuit van
Estoril. Eentje die iedereen wel is bijgebleven is de Grand Prix van 1985. Deze
ging de boeken in als de race waar
Ayrton Senna zijn eerste zege pakte. En dat
deed hij op zeer dominante wijze, maar daar komen we zo op terug.
De Braziliaan
startte met zijn Lotus vanaf poleposition, die in de kwalificatie een ruime
vier tienden sneller was dan toekomstig teamgenoot Alain Prost in de McLaren. Senna
schoot weg bij de start van de compleet verregende race en was na tien rondes
al dertien seconden los van teamgenoot Elio de Angelis en kampioenschapsleider Michele
Alboreto in de Ferrari. Naarmate de race vorderde, vielen er steeds meer
coureurs uit. Ongevallen, spins, technische problemen: noem het maar op. De
race werd één groot slagveld en de paddock werd een kerkhof met talloze
uitgevallen auto’s.
Van de zesentwintig
man aan de start, bleven er maar negen over. En terugkomend op die dominantie
van Senna: van de negen overgebleven coureurs wist de racelegende zeven daarvan
op minimaal één ronde achterstand te zetten. Enkel Alboreto, die tweede werd, reed
nog op dezelfde ronde als Senna, als was het op ruim een minuut achterstand van
de Lotus-coureur die zijn eerste overwinning binnensleepte. Patrick Tambay werd
uiteindelijk derde in zijn Renault.
Phoenix, Verenigde Staten - 1990
Het Phoenix
Street Circuit was tussen 1989 en 1991 de thuisbasis van de Grand Prix van
de Verenigde Staten. De middelste race van deze driejarige periode was een ware
klassieker. De straten van de stad in Arizona vormden toen het strijdtoneel
voor het gevecht om de overwinning tussen Ayrton Senna in de McLaren en Jean
Alesi in de Tyrrell.
Het was de
eerste race van het jaar en tevens de eerste race van Alesi in de sport. In
1990 maakte de Fransman zijn debuut bij het team van Ken Tyrrell, dat te maken
had met financiële problemen en een inferieure auto. Alesi leek met dat laatste
in ieder geval geen moeite te hebben en kwalificeerde zich verrassend als
vierde voor de Grand Prix van de VS. Senna startte naast hem op de vijfde
plaats. Al voor de race was het dus 1-0 voor Alesi.
En die stand
wist de toen 25-jarige coureur lang vast te houden. Zo had Alesi een
wereldstart en wist hij zelfs door te schuiven naar de eerste plaats. Vanaf het
moment dat hij plek één wist te bezetten, werd het volhouden voor de Tyrrell-coureur.
Senna kwam immers steeds dichterbij met zijn bloedsnelle McLaren-Honda en de
uitvalbeurt in de negende ronde van teamgenoot Gerhard Berger, die als eerste
startte, gaf een boost aan de opmars van Senna.
Tegen de tijd dat Berger was uitgevallen, had Alesi een
voorsprong van 8,2 seconden op Senna. De Braziliaan keek in de eerste instantie
de kat uit de boom gezien hij geen idee had hoe lang de banden van Alesi nog zouden
meegaan. Het was inmiddels ronde dertig en de Pirelli-banden aan de
Tyrrell-Ford waren nog steeds in goeden doen, tot verbazing van Senna. Toen
besloot de McLaren-coureur te pushen en in ronde vierendertig zette Senna zijn
auto langszij: zonder succes, want Alesi wist hem knap achter zich te houden. Helaas
voor Alesi wist Senna een ronde later wel voorbij te gaan aan hem en zo kwam er
een einde aan de heldhaftige prestatie van de rookie. Senna won
uiteindelijk de race voor Alesi en Thierry Boutsen werd in de Williams derde,
vierenvijftig seconden achter de winnaar.
Valencia, Spanje - 2012
Alhoewel de
race werd verreden in Spanje, werd de Grand Prix in Valencia vernoemd naar de Europa. De echte Spaanse Grand Prix werd namelijk gehouden in
Barcelona. Tussen 2008 en 2012 vond deze race plaats op het Valencia Street
Circuit in de haven van de Spaanse stad. De races waren nooit top op deze
baan, maar de laatste editie werd er uiteindelijk één om nooit te vergeten.
Sebastian
Vettel mocht met zijn Red Bull RB8 vanaf de eerste plaats vertrekken. Lewis
Hamilton (McLaren) en, verrassend, Pastor Maldonado (Williams) startten respectievelijk op plek twee en drie. Nog een verrassing was de startplaats van
Fernando Alonso. De toenmalige Ferrari-coureur startte slechts vanaf de elfde
plek. De coureur en zijn team moesten alles op alles zetten om hogerop te
komen.
En precies
dat hogerop komen is waar Alonso in slaagde. Al bij de start ging de Spanjaard
van plek elf naar plek acht en die goede lijn omhoog wist hij door te trekken door
de hele race. Al snel was Alonso te vinden op de vierde plaats. Een podium leek
steeds meer mogelijk te worden en door een safety car-periode (door een touché
tussen Jean-Eric Vergne en Heikki Kovalainen, red.) tussen ronde achtentwintig
en vierendertig belandde Alonso op de derde plek, achter Vettel en Romain
Grosjean in de Lotus. Bij de herstart ging Alonso meteen voorbij aan de
Lotus-coureur en zo zat hij ineens binnen enkele seconden van Vettels Red Bull.
En dan, in
dezelfde ronde, valt Vettel stil uitkomend van bocht tien. Een
aandrijvingsprobleem zorgde ervoor dat de Red Bull niet meer verder kon. Zo
kwam Alonso, met een beetje geluk, terecht op de eerste plaats, iets wat
niemand had kunnen zien aankomen na de dramatisch verlopen kwalificatie van de tweevoudig
wereldkampioen. Grosjean lag tweede en Daniel Ricciardo in de Toro Rosso lag
derde, maar moest nog één keer naar binnen voor een pitstop.
Alonso gaf de leiding niet meer uit handen en won op
spectaculaire wijze zijn ‘thuisrace’. Kimi Räikkönen werd met zijn Lotus tweede
en Michael Schumacher pakte zijn eerste podium sinds 2006 nadat Hamilton en
Maldonado elkaar eraf tikten in de laatste ronde terwijl ze aan het vechten
waren voor de laatste podiumplaats. Zo was het podium goed voor een aantal van
tien gewonnen kampioenschappen verdeeld over de drie coureurs.
Hockenheim, Duitsland - 2019
We sluiten
deze terugblik af met een race die nog vrij recentelijk plaatsvond, namelijk de
Grand Prix van Duitsland uit 2019. Het was de laatste race die die titel mocht
dragen, gezien de race die vorig jaar op de Nürburgring plaatsvond onder de naam
Eifel Grand Prix werd verreden. In 2019 was de befaamde Hockenheimring
de plek waar een spectaculaire race werd gehouden.
De Grand
Prix werd drie ronden ingekort, omdat er drie ronden lang eerst werd verkend of
de baan wel veilig genoeg was om op te rijden door de hevige regenbuien vooraf
aan de race. Na uiteindelijk toch gestart te kunnen hebben, barstte het
spektakel los.
Max Verstappen had een dramatische start en zakte weg door het
veld. Hamilton en Valtteri Bottas wisten daardoor voor lange tijd op plek
één en twee te rijden. Vettel had ook een goede start: vanaf de
laatste plaats (kon geen tijd zetten in de kwalificatie wegens technische
problemen, red.) reed de Duitser naar plek veertien in één ronde tijd.
Lando Norris’
Renault-motor plofte in ronde zesentwintig en het zorgde voor een virtual
safety car-fase. Charles Leclerc vond het een goed moment om de pits in te
gaan, maar die bereikte hij nooit. In de laatste bocht voor de ingang van de
pitstraat slipte de Monegask van de baan en raakte hij met de Ferrari SF90 de
muur, wat het einde van zijn race betekende. Een ronde later vloog Hamilton er
ook af in de laatste bocht. De Brit kreeg door de touché met de muur alleen vleugelschade,
maar tot overmaat van ramp ging de pitstop van Hamilton volledig mis. Mercedes
rekende er niet op dat hij de pits zou bezoeken en stond dan ook niet klaar
voor hem. De pitstop duurde vervolgens maar liefst 50,3 seconden.
Ondertussen
had Verstappen de leiding overgenomen na zijn slechte start. Hij had nog wel
een spin gemaakt op weg naar de eerste plaats, maar zelfs dat schrikmomentje
kon hem er niet van weerhouden om de race op een uiteindelijk dominante wijze
te winnen, zelfs met de verschillende (virtuele) safety car-fases.
Vettel was in de laatste ronden nog een
inhaalrace aan het rijden, maar daardoor eindigde hij zijn thuisrace uiteindelijk
op een zeer knappe tweede plaats. En wie werd er derde: Daniil Kvyat in de Toro
Rosso. Hij werd nog bijna tweede door een fout van Vettel in de tweede sector. Hamilton
werd na zijn pitstop en ook nog een tweede spin slechts negende en teamgenoot
Bottas wist het einde van de race niet te halen door een crash in bocht één in
ronde zesenvijftig.