Genoeg tumult afgelopen weekend op het circuit van Silverstone.
Niet alleen op het circuit, maar ook daarbuiten. Het eerste prototype van de
bolides uit 2022 werd namelijk onthuld. Wat kunnen we nu eigenlijk écht leren
van de 2022-bolide voor volgend seizoen? In deze F1Techniek-special
nemen we je mee door de nieuwe reglementen en de grootste verschillen met de
bolides van het huidige kalenderjaar.
De reglementen van dit seizoen verschillen wezenlijk met die
van volgend jaar. De teams hebben een extra jaar gehad om de nieuwe wagens van
volgend jaar bij te kunnen schaven, de basisprincipes van de bolides zullen daarnaast
ook wezenlijk verschillen. Niet langer is de bovenkant van de bolide het
belangrijkst om zo veel mogelijk downforce te genereren. Die downforce moet vanaf volgend jaar namelijk
komen van de vloer. Met een principe dat in de jaren ‘80 ook al ontzettend
populair was, namelijk het ground-effect.
Het ground-effect is het sleutelwoord dat we de komende
jaren veel zullen gaan horen. Niet langer word de aerodynamische druk bepaald
vanuit hoge druk van bovenop de bolide, maar juist middels het creëren van een
soort luchtvacuüm onder de bolide. Vanuit puur natuurkundige blik gaat het bij bolides
met deze filosofie vooral om het genereren van een enorme lage druk onder de vloer
van de bolide, zodat deze vanuit de vloer extra naar beneden wordt gedrukt.
‘Golvende vloer’ leidt tot extra downforce
Hoe de teams dat moeten gaan bewerkstelligen? Niet langer is
de vloer vlak, zoals eerst het geval was. De vloer beweegt onder de sidepods in
een soort golfbeweging (zie foto). De lucht wordt van net onder de sidepods
naar een versmalling onder de bolide gebracht, waardoor het zogenoemde Bernoulli-effect
wordt gegenereerd. De lucht wordt onder de bolide naar beneden gedrukt,
waardoor de lucht achter de versmalling explosief versnelt en een enorm lagedrukgebied
genereert.
De vloer zorgt ervoor dat de lucht samen wordt geperst. Dat maakt dat er een soort vacuüm ontstaat. (Foto: Formula One Group)
De lucht wordt dus versneld, waardoor er een soort vacuüm
ontstaat onder de bolide, daar komt de downforce vandaan, de lucht beweegt zich
namelijk die kant op om het op te heffen. Zo wordt de bolide van onderaf naar
beneden gedrukt, en wordt er dus downforce gegenereerd vanuit de vloer. Dat
betekent dat de bovenkant van de bolide niet meer zo belangrijk wordt als dat
hij nu is. Tevens wordt er daardoor minder ‘dirty-air’ gegenereerd en kunnen
bolides elkaar beter volgen. Het gewenste effect: betere races.
Futuristische vleugels met terugkomst van de 'beam wing'
De voor- en achtervleugels gaan vanaf 2022 een minder belangrijke rol spelen bij de neerwaartse druk. Vooral de voorvleugel wordt versimpeld: er zijn minder aerodynamische plaatjes toegestaan, waardoor overigens ook de kans op klapbanden afneemt. De voorvleugel en de neus worden meer een groot geheel, waarvan de meest opvallende veranderingen de 'overkappingen' van de voorwielen zijn. Achter de voorvleugel komt een plaat boven de wielen, deze moet de turbulentie tegengaan die veroorzaakt wordt door de voorwielen. Door de aanpassingen op de voorvleugel verdwijnt ook de zogenoemde Y250 vortex, draaikolkachtige luchtstromen die het gedrag van de hele bolide beïnvloeden.
De voorvleugel van de 2022 Formule 1-bolide. Simplistisch design zonder Y250-vortex. (Foto: Formula One Group)
Bij de achtervleugel zien we een enorm futuristisch design. Het DRS-systeem, welke niet te zien is op het prototype, zal mogelijk nog wel terugkeren, maar voor de rest wordt alles aan de achterkant anders. De zogenoemde 'beam wing' komt terug, een extra horizontale vleugel boven de diffuser waardoor luchtstromen beter geleid worden vanaf de onderkant van de bolide richting de midden-achterkant. In plaats van de horizontale vleugeldesigns heeft de wagen voor 2022 een meer golvend design.
De achtervleugel van de 2022-bolide heeft een futuristisch design en extra vleugels bij de diffuser. (Foto: Formula One Group)