McLaren heeft in het nieuwe decennium de jaren van worstelen
en met de vinger wijzen achter zich gelaten. De renstal is al enkele jaren
bezig aan een opmars, en had eigenlijk in 2021 alles om deze opmars te blijven ondersteunen. Het is dan ook niet vreemd
dat de renstal uit Woking er een rustige winterstop op heeft zitten, met weinig
nieuws. Daniel Ricciardo doet zijn ding in Australië, terwijl Lando Norris van
het leven geniet met vrienden. Ziet de toekomst er werkelijk zo rooskleurig
uit? F1Maximaal.nl bekijkt het in de
voorbeschouwing op het 2022-seizoen. We duiken meteen in de woorden van de McLaren-top, te
beginnen met
Zak Brown. Brown heeft vertrouwen in het McLaren-project van de
komende jaren, maar heeft toegegeven in 2022 geen wereldtitel voor zich te
zien. De primaire reden? De faciliteiten van de Britse renstal zijn verouderd.
Waar
Red Bull Racing,
Mercedes en
Ferrari gebruiken maken van
state-of-the-art-windtunnels en software, voltooit McLaren zo’n hypermoderne testfaciliteit in 2024 pas. Dan kan men beginnen met
dromen over een wereldtitel, maar tot die tijd tempert de Amerikaan de
verwachtingen dus. Wie op een wereldtitel voor Ricciardo of Norris hoopt, zal
dus nog even geduld moeten hebben.
Vanaf de minder zakelijke kant van de organisatie komen
betere signalen. Teambaas
Andreas Seidl gaf bij
Formel1 toe dat het lastig is om in te schatten hoe goed het team
volgend jaar uit de verf zal komen, men heeft immers geen referentiepunt om de
eigen prestaties tegen af te wegen. Wel merkt hij dat er binnen zijn technische
team sprake is van progressie: ‘Ik ben zeer tevreden over de ontwikkelingen. We
boeken week na week vooruitgang’, stelde de Duitser. Zijn woorden zijn niet
verrassend, de ontwikkelingscurve ligt aan het begin van een nieuw reglementair
tijdperk namelijk hoog. Dat weet Seidl ook, maar dat hij over de ontwikkeling
aan het begin van januari al te spreken was, kan geïnterpreteerd worden als een
goed voorteken.
Kan McLaren profiteren na strijd Red Bull en Mercedes?
Dit is al helemaal een goed teken wanneer je beseft dat McLaren vermoedelijk meer
moeite in de auto gestopt heeft dan sommige concurrenten. Red Bull en Mercedes
raakten in 2021 verwikkeld in een zware titelstrijd, die tot aan het einde van
het jaar standhield. In deze strijd moesten de topteams door blijven
ontwikkelen. Mercedes deed dit tot aan Silverstone, en besloot daarna haar
pijlen te richten op het 2022-seizoen, maar moest 2021 in de gaten blijven houden. Bij Red Bull leek het
ontwikkelingsproces van de 2021-bolide iets langer te duren dan dat, maar ook
zij verlegden op een gegeven moment de focus naar de bolide voor het nieuwe
seizoen, terwijl ze Max Verstappen bleven ondersteunen.
Bij McLaren, en bijvoorbeeld ook medemiddenvelders Ferrari
en Alpine, was de noodzaak er niet om tot aan het einde van het jaar door te
blijven ontwikkelen. In de cijfers van het team is het duidelijk terug te zien:
aan het begin van het jaar behaalde Norris negen van de tien races een top
vijf-klassering, met drie podia. De tweede helft van het jaar schoot zijn
gemiddelde eindklassering omhoog richting een zevende of achtste plek. Hoewel
Ricciardo met vlagen een P5 nog wel veilig wist te stellen, zat er ook geregeld
een P12 of P13 tussen in de laatste tien races van het jaar. Ook McLaren had de
focus verlegd.
Omdat McLaren die titelstrijd niet hoefde te voeren, zou het
in kunnen lopen op de twee topteams. Het team heeft immers meer tijd en geld
overgehouden om de auto van 2022 in elkaar te zetten. Hoeveel verschil dit gaat
maken, moet nog maar blijken, maar in theorie levert het ze relatief aan de topteams snelheid
op. Daarnaast hebben ze meer windtunneltijd dan de drie teams die in 2021 boven
ze eindigden. Al is de windtunnel dus niet even effectief als die van de
concurrenten, schrijf ze zeker niet af.
Ricciardo heeft het zwaar, maar zit op zijn plek
Ricciardo maakte eind 2020 de overstap van Renault naar
McLaren en heeft er een zwaar eerste seizoen op zitten. De Australiër kostte
het tijd om te acclimatiseren, en een eerste plek in Monza neutraliseert de acht
niet-puntenfinishes van 2021 niet. Ter vergelijking: Norris haalde één keer
geen punten binnen als hij de eindstreep wél haalde, en dat was tijdens de
Grand Prix van België, die praktisch gezien niet eens verreden werd, en waar
hij tijdens de kwalificatie een zware crash ervoer. Met andere woorden: aan
consistentie ontbrak het bij Ricciardo in het afgelopen racejaar.
De achtvoudig Grand Prix-winnaar zegt zich echter wel op
zijn plek te voelen bij zijn huidige team. Hij refereerde recent naar de
werkwijze van Red Bull, die hij in zijn vijfjarige periode voor de Oostenrijkse
renstal goed heeft leren kennen. Streng doch rechtvaardig werkt voor hem minder
goed dan de stijl die McLaren hanteert, namelijk begripvol en medelevend.
Precies dat had hij in 2021 dan ook nodig, maar ook legt het hem druk op.
Ricciardo werd gezien als de nieuwe grote man van McLaren, maar moest het in
zijn eerste jaar ruimschoots afleggen tegen Norris. In 2022 moet hij beter
presteren, wil hij zijn goede naam binnen de sport staande houden.
Ricciardo vs. Norris
Gaat dit Ricciardo lukken? We vroegen het het elfkoppige F1Maximaal-panel, bestaande uit
redacteuren en leidinggevenden. Elk panellid kreeg de keuze voorgelegd tussen
de geroutineerde, goedlachse man uit Perth, en zijn jongere, getalenteerde
teamgenoot. De resultaten zijn de spannendste tot nu toe in de
voorbeschouwingsreeks van F1Maximaal, slechts een kleine meerderheid koos namelijk voor
Norris. Zes van de tien deelnemers achten de Brit de grotere kanshebber om
volgend jaar meer punten te scoren, vier keer werd voor Ricciardo gekozen, en
één redacteur denkt dat ze min of meer op hetzelfde puntenaantal eindigen.
De verwachtingen van het F1Maximaal-panel. (Foto: McLaren F1 Media)
Redacteur Mitchel Zandee is een van de experts die verwacht
dat Norris aan het langste eind zal trekken. ‘Ik verwacht dat beide coureurs
dichter bij elkaar zullen zitten komend seizoen, maar toch zie ik Lando Norris
als winnaar’, stelt hij. ‘De Brit heeft in de afgelopen jaren laten zien uit
het juiste racehout te zijn gesneden en heeft een aantal indrukwekkende
resultaten op de baan gelegd. De ervaringen die hij heeft opgedaan zullen hem
alsmaar sterker maken en ik denk daarom dat hij weer een sterk seizoen tegemoet
gaat.’
‘Ricciardo heeft aangetoond moeite te hebben om zich aan te
passen in een nieuwe auto. Bij Renault was zijn eerste seizoen niet wat men
ervan verwachtte en ook bij McLaren heeft de Australiër, afgezien van zijn
overwinning in Monza, niet laten zien wat hij kan. Nu de reglementswijzigingen
doorgevoerd worden, verandert de auto opnieuw. Dit lijkt een nadeel voor de man
uit Perth, maar hij zal toch moeten gaan leveren nu.’ De druk staat er vol op,
en het is de vraag wat dat met de ervaren man doet.
Hoofdredacteur Christian Moerman staat lijnrecht tegenover
zijn collega in de discussie over wie de betere coureur zal zijn in 2022: ‘Norris
had in 2021 geen kind aan Ricciardo, maar ik denk toch dat het Ricciardo is die
in 2022 marginaal de betere coureur zal zijn. De reden hiervoor is dat Norris vorig
jaar gebruik maakte van een bolide waarvan hij precies wist hoe deze zou reageren.
Ricciardo had dit niet. Wanneer allebei de coureurs aan het nieuwe materiaal
moeten wennen, denk ik dat Norris daar ook moeite mee gaat hebben. Gebeurt dit
dan denk ik dat de ervaring van Ricciardo hem mee gaat helpen om de draad eerder op te pakken dan zijn collega, en dat het daarom de Australiër is die volgend jaar beter uit de
verf komt.’
Zeer beperkt vertrouwen in McLaren
Ook proberen we voorafgaand aan het seizoen te inventariseren
welke kant een team opgaat. McLaren eindigde in 2021 op P4, en kan zich dus een
weg banen naar de top drie, of terugzakken richting de rest van het middenveld.
Bij de redacteuren lijkt het vertrouwen in de Britse renstal zeer beperkt. Van
de ondervraagden gingen er vier kandidaten voor een lagere eindklassering dan
P4, zeven man koos voor een gelijke eindklassering, wederom een vierde plek
dus. Geen enkele redacteur vermoedt dus dat McLaren aansluiting zal vinden bij
de top van het veld.
De verwachtingen van het F1Maximaal-panel. (Foto: McLaren F1 Media)
Moerman: ‘McLaren heeft de afgelopen jaren aan de weg
getimmerd, en dat mondde uit in een derde eindklassering in 2020, het beste
resultaat in jaren. We moeten echter niet vergeten dat deze eindklassering
deels tot stand kwam door de vormdip waar Ferrari destijds in verkeerde. Zonder die dip
was de derde plek voor McLaren al lastig geworden. De drie teams die in 2021 voor
McLaren eindigden, zijn nou eenmaal kwalitatief sterker, en hebben op financieel
gebied niets te klagen. Twee jaar geleden moest Brown nog vrezen voor het
voortbestaan van de Britse autofabrikant, om het contrast tussen de deelnemers
maar even te verduidelijken.’
‘Neem daarin mee dat McLaren ook de infrastructuur niet
heeft om de teams voor zich bij te benen, en de conclusie wordt dat ze waarschijnlijk
een zwaar jaar in gaan. Een plekje in de achterhoede is niet voor ze weggelegd,
maar die felbegeerde derde plek zie ik ze ook niet pakken. Ik heb goed
vertrouwen in Alpine, en verwacht dat het de Franse renstal is die in 2022 een
plekje van ze afsnoept. Naar mijn idee zal het in 2022 niet slecht gaan, maar
écht goed doen ze het denk ik ook niet. De toekomst ziet er goed uit, en her en
der een podium zal vast tot de mogelijkheden behoren. Maar een titelstrijd is
voor McLaren momenteel gewoon niet realistisch. Ik verwacht P5.’
Door: Christian Moerman | Twitter: @ChristianMoerm1