Horner beargumenteert zijn mening vooral vanuit een kosteneffectief standpunt. 'Als ik nu aan het hoofd stond van een kleiner team, dan zou ik ervoor kiezen om de fabrikant waarmee ik samenwerk te kopiëren. Dat is gewoonweg de snelste en goedkoopste manier om competitief te worden. Dat is iets wat nu toch al veelvuldig gebeurt', stelt Horner.

'Als je andere teams kunt kopiëren, waarom zou je dan ook niet een hele auto aan een ander team mogen verkopen? Ze krijgen dan bijvoorbeeld de bolide die we verleden jaar in Abu Dhabi gebruikten. Dan hoeven de kleinere teams geen onderzoek en ontwikkeling meer te doen. Het is de snelste manier om competitief te worden, én de goedkoopste', vindt de teambaas van de renstal waarvoor Max Verstappen uitkomt.

Als voorbeeld van waarom zijn idee kan werken, betrekt Horner de MotoGP bij zijn verhaal. Aan de hoogste klasse van de motorsport deden in 2019 zes constructeurs mee, maar het aantal teams was dubbel zo hoog. In deze discipline kunnen teams simpelweg een machine kopen bij een fabrikant.

Daarnaast noemt Horner de Toro Rosso van 2008, waarin Sebastian Vettel zijn eerste Grand Prix won, eveneens als voorbeeld. 'Die auto was eigenlijk een exacte kopie van de Red Bull waarmee het team dat jaar reed.'