Piers Thynne, de Operations Director van McLaren, geeft een inzicht in het voorseizoen van het team uit Woking. McLaren gaat minder reserveonderdelen bouwen voor 2022 en legt uit waarom. Daarnaast probeert het team de grens op te zoeken van het budgetplafond om een zo goed mogelijke auto te bouwen. 'Januari en februari zijn de drukste maanden voor de productieafdeling', zegt Piers op
de site van McLaren. 'En nu is het nog intensiever vanwege de nieuwe generatie auto's die we moeten produceren. Omdat de meeste onderdelen compleet nieuw zijn, moeten we momenteel twintig procent meer uren draaien dan voorgaande jaren. Het legt niet alleen druk neer bij ons bij McLaren, maar ook bij onze leveranciers.'
Thynne: 'We proberen zo min mogelijk reserveonderdelen te bouwen'
Een oorzaak van die druk is ook het budgetplafond van 140 miljoen dollar. Thynne vertelt dat McLaren goed moet begrijpen hoeveel de onderdelen allemaal kosten. Ook wil het op één na oudste team van de Formule 1 zo efficiënt mogelijk te werk gaan met het budgetplafond. 'We proberen daarom zo min mogelijk reserveonderdelen te produceren en de productie zo klein mogelijk te houden. De technici moeten daarbij helpen want het gaat er niet om wat ze eventueel op de auto willen zetten, maar wat er absoluut op de auto moet zitten.'
'We willen in Bahrein een goed pakket hebben staan. Er worden geen WK-punten uitgedeeld voor de teams die als eerste zes voorvleugels en zes bodemplaten in de garage hebben staan. We investeren liever onze tijd in een goed aerodynamisch pakket. Wij geloven dat dit de sleutel zal zijn tot een succesvol 2022-seizoen', eindigt Thynne. McLaren onthult op 11 februari de nieuwe auto genaamd MCL36.