Een deel van de nieuwe Formule 1-voorschriften is de enorme uitbreiding van standaardonderdelen. Als het gaat om de wens van
FIA en van het F1-management, dan wordt er vanaf 2021 een hele waslijst aan onderdelen onder de standaardonderdelen geschaard. Het gaat hierbij om de versnellingsbakken, remklauwen, remschijven, remblokken, stuurkolom, velgen, Halo, botslichamen zijwaarts en lateraal, assen, wielmoeren, aandrijfassen, rem- en gaspedaal, DRS-mechanisme, ingewanden van de brandstoftank en de pitstopapparatuur zoals vijzels, galgen en slagmoersleutel.
Dit moet zorgen voor een besparing van minstens tien miljoen euro. Toch is niet iedereen voor dit plan, bijvoorbeeld Ferrari-teambaas
Mattia Binotto. Hij vreest voor het DNA van de Formule 1 en hoopt in ieder geval niet dat de velgen standaardonderdelen worden, vertelt hij aan
Auto, Motor und Sport. 'Het zou om esthetische redenen een schande zijn, als alles er hetzelfde uitziet.' Toro Rosso-teambaas
Franz Tost houdt er een andere mening op na. 'Niemand interesseert het wat voor remmen en velgen we op de auto hebben zitten.'
Er zijn ook kleine teams, zoals Haas en
Racing Point, die het allemaal niet zien zitten. Racing Point gelooft dat je bepaalde onderdelen goedkoper kan bouwen, in plaats van het te kopen van een leverancier die er geld mee moet verdienen. Haas denkt dat de grote teams er uiteindelijk meer geld mee verkrijgen. En dat verandert niks aan de huidige status in de sport. (Foto: Ferrari F1 Media)