Alain Prost kan zich niet vinden in de recente uitspraak van Christian Horner. De Brit suggereerde dat de topteams hun kant en klare bolide moesten verkopen aan de kleinere spelers. Prost vindt dit geen goed idee. De Fransman geeft aan wat hij zelf vindt dat er anders moet in de sport. 'Het DNA van de Formule 1 is dat van een ontwikkelaar. Een renstal moet haar eigen auto maken, al werken we meer met standaard onderdelen. Standaard onderdelen vind ik geen slecht idee', zo opent de viervoudig wereldkampioen tegenover L'Equipe.
Wat hij wel een slecht idee vindt is het voorstel van de
Red Bull Racing-teambaas: 'Maar het idee dat teams auto's verkopen aan B-teams of kleinere renstallen is voor mij ondenkbaar. Deze teams zouden dan namelijk geen enkele kans hebben om te winnen. We moeten die onzekerheid van vroeger weer terug zien te vinden.'
Ingrepen in F1-reglementen nodig
Qua onzekerheid bedoelt de Franse Formule 1-legende dat kleine teams weer moeten kunnen verrassen met een listig staaltje innovatie: 'Naar mijn mening moet er ingegrepen worden in de reglementen om de kleinere teams mogelijkheden te bieden.'
'Dit kan door middel van het diversificeren van het aerodynamische model. Kleinere teams moeten door middel van vernuftige innovaties nog steeds een kampioenschap kunnen winnen', vervolgt de
Renault-adviseur vastberaden.
'Ik startte de Las Vegas Grand Prix van 1981 bijvoorbeeld op twee kwalificatiebanden aan de voorkant, omdat ik mijn raceset niet warm kreeg. Niemand had dat idee na kunnen bootsen omdat het werkte vanwege de karakteristieken van mijn auto en mijn rijstijl.' Volgens Prost is dit een perfect voorbeeld van hoe de sport optimaal werkt.
Een dergelijke aanpak verlangt hij dus ook in de nabije toekomst: 'Dit moeten we voor elkaar zien te krijgen. Men moet kunnen ontwikkelen zonder gekopieerd te worden door de tegenstander. We moeten innovatie en de coureur weer op één zetten, terwijl we de informatievoorziening reduceren. Zo speelt rijdersinstinct weer een rol.' (Foto: Renault Sport Media)