Met het oog op de budgetlimieten vanaf dit jaar, wil de FIA verscheidene onderdelen en uitrusting standaard maken. Dat wil zeggen: de ontwikkeling van het materiaal wordt uitbesteed aan een derde partij, en alle teams maken van dat materiaal gebruik. Op deze manier worden de kosten gedrukt voor de teams, die de onderdelen en uitrusting in kwestie niet meer zelf hoeven te ontwikkelen.

Een aantal auto-onderdelen werden mogelijk al gestandaardiseerd vanaf 2022: versnellingsbakken, remmen en velgen. De FIA wil nu ook de pituitrusting (bijvoorbeeld de wheelguns) standaard maken, om de kosten voor teams te drukken vanaf 2022. De FIA wil met deze stap echter ook de veiligheid van pitstops bevorderen. Beoogde leverancier Dino Paoli wil een systeem implementeren waarbij de wedstrijdleiding met sensoren kan zien of er sprake is van een unsafe release, bijvoorbeeld omdat een wiel niet goed vast zit. Dit is echter pas mogelijk als de pituitrusting identiek is, met allemaal dezelfde sensoren.

Het plan van gestandaardiseerde pituitrusting is echter tegengehouden door Red Bull en Mercedes. Deze twee topteams hebben miljoenen euro’s geïnvesteerd om hun bandenwissels te versnellen, en zijn niet van plan om dat voordeel op te geven. De standaarduitrusting is onderdeel van een grotere trend om pitstoptijden gelijk te trekken en veiliger te trekken: vanaf de Grand Prix van België zijn teams niet langer toegestaan om met een automatisch systeem hun coureurs uit de pitbox te laten. Het signaal moet nu handmatig gegeven worden.

Een aantal andere onderdelen wordt wel gestandaardiseerd vanaf 2022. De nieuwe 18-inch velgen worden aanbesteed aan het Duitse wielenmerk BBS, wat voorheen alleen aan Ferrari leverde. Ook de sensoren voor bandendruk worden standaard, zodat op elk moment kan worden bepaald of teams met een te lage druk rijden.