Special | Brawn GP: Ze kwamen, zagen en overwonnen (deel I)

We schrijven 3 december 2008. Alles is rustig in Formule 1-land. Het seizoen 2008 heeft zijn bloedstollende apotheose gehad: Lewis Hamilton heeft Felipe Massa nét verslagen voor de wereldtitel. Het Honda team likt net als de kleine Braziliaan van Ferrari zijn wonden. Voor het tweede opeenvolgende jaar is het seizoen in ‘Earth car’-livery op een teleurstelling uitgelopen. Slechts 14 punten werden behaald door Rubens Barrichello (11) en Jenson Button (3). Het hoogtepunt van het seizoen was de derde plaats van de eerstgenoemde bij de Britse Grand Prix, het eerste podiumplaats sinds de overwinning van Button in Hongarije 2006.

Er gaat in Japan een persbericht de deur uit: Shuhi Nakamoto is niet langer betrokken bij de Formule 1 renstal van Honda. De technisch directeur verlaat per direct het team. Wat volgde was een stormloop van sollicitaties van Honda-personeel bij andere Formule 1-teams. De geruchten doken al snel de kop op: Honda houdt het voor gezien.Het team staat te koop en als er niet snel een koper gevonden wordt, dan gaat de stekker eruit. Onbevestigde geruchten weliswaar, maar waar rook is, is vuur. Honda weigerde om commentaar te geven op de geruchten wat weer leidde tot nieuwe geruchten.

Uiteindelijk kwam het hoge woord er uit: Honda stapte in verband met de wereldwijd om zich heen grijpende kredietcrisis inderdaad uit de Formule 1, maar werkte heel hard aan het voortbestaan van het team. De fabrikant was niet langer bereid om driehonderd miljoen dollar per jaar in de Formule 1 te investeren en overwoog haar opties. Een van de opties was dat het management van het Formule 1-team onder aanvoering van teambaas Ross Brawn het team over zou nemen onder de noemer van een zogenaamde management buy-out, waarbij Brawn en Nick Fry, operationeel directeur van Honda F1, de inboedel van de renstal voor één dollar over zouden nemen. Nadat gesprekken met diverse overnamekandidaten op niets uit waren gelopen, werd er gekozen voor deze optie. Op de achtergrond was het werk aan de wagen gewoon doorgegaan in de hoop dat het goed zou komen, dus het enige dat Brawn en Fry hoefden te doen was het vinden van een motor en het team kon een doorstart maken.

Die motor werd geleverd door Mercedes. Brawn koos hier niet voor omdat Mercedes op dat moment de beste motor leverde, maar omdat de Mercedes-krachtbron het simpelst in het chassis van wat de Brawn GP 001 was gaan heten. Eén week voor het seizoen zou beginnen met een testsessie in Barcelona kwam er witte rook: Honda was overgenomen, Brawn Grand Prix was als een feniks uit de as verrezen en coureurs Rubens Barrichello en Jenson Button konden stoppen met nagelbijten want zij, en al het andere personeel, hadden nog gewoon een baan.

Tijdens die eerste testsessie begin maart werd al direct duidelijk dat de concurrentie een probleem had. De Brawn 001 was snel. Heel snel. Bij Honda hebben zich ongetwijfeld een paar executives hun haren uit hun hoofd getrokken bij het zien van de uitslagen van de testsessie, maar het blijft koffiedik kijken of de wagen ook zo snel was geweest als er een Honda-motor achterin gelegen had. De snelheid van de Brawn 001 had echter niet zo heel veel met de motor te maken. 2009 was immers het jaar van de dubbele diffuser. In de winter van 2008 op 2009 werden de technische reglementen op de schop gegooid. Voorvleugels werden lager en breder, achtervleugels werden hoger en smaller, er kwam een verbod op allerhande aerodynamische vleugels en bargeboards en de slick banden keerden terug. Net zoals afgelopen seizoen met de ‘Haaienvin’ zat er ook in 2009 een gat in de reglementen en die had te maken met de dubbele diffuser. Simpel uitgelegd: drie teams (Toyota, Williams en Brawn) hadden een diffuser ontworpen die gebruik maakte van de crashstructuur van de wagen om op die manier extra downforce te ontwikkelen. Dit werd dubbele diffuser genoemd en zette de grid op zijn kop. De traditionele topteams van de voorgaande jaren Renault, McLaren en Ferrari waren nergens te bekennen en het veld werd aangevoerd door Brawn en Toyota. Andere teams protesteerden tegen deze vinding, maar werden in het ongelijk gesteld door de technische commissie van de FIA, waarna ze in beroep gingen. Kostbare tijd ging verloren en ondertussen toog het hele circus naar Australië.

Met slechts een aantal sponsorstickers, een aantal kleuraccenten op een verder maagdelijk witte wagen én een dubbele diffuser onder de achtervleugel maakte Brawn Grand Prix op een onnavolgbare wijze zijn Formule 1-debuut op Albert Park in Melbourne. Jenson Button was vanaf de eerste minuut de te kloppen man en hij veroverde dan ook pole position, met maar liefst 4/10de voorsprong op teamgenoot Barrichello en 8/10de voorsprong op Red Bull-coureur Sebastian Vettel.

Bij de start ging het mis voor Barrichello. Hij kwam nauwelijks van zijn plaats af en zakte van de tweede naar de negende plaats. Button verzilverde zijn pole position en leidde voor Vettel, Nico Rosberg, Felipe Massa en Robert Kubica. In de achttiende ronde kwam de safety car op de baan na een crash van Williams-coureur Kazuki Nakajima. Button greep de gelegenheid aan om een pitstop te maken en als leider weer op de baan te komen. Een aantal ronden voor het einde was de zege voor Button een feit toen Vettel en Kubica met elkaar in contact kwamen en hun beider wagens met schade in de muur parkeerden. De safetycar kwam ter tweede malen de baan en omdat de rotzooi niet op tijd was opgeruimd, werd er achter de safety car gefinisht.

Button was na de race extatisch: ‘Dit is niet alleen voor mij fantastisch, maar voor het hele team. Dit is een sprookjeseinde na wat feitelijk de eerste race uit onze carrière is na een hele, hele moeilijke winter. Ik hoop dat we op deze manier verder kunnen en dat we met de beperkte middelen die we hebben onze wagen competitief kunnen houden, maar dit pakken ze ons niet meer af.’

Ross Brawn sprak woorden van gelijke strekking: ‘We hebben hard gewerkt en om de toewijding van het hele team tot uiting te zien komen in deze 1-2 van Jenson en Rubens is geweldig. Het waren vier loodzware maanden, maar is een geweldig begin van het seizoen. We zullen de auto door moeten blijven ontwikkelen als we vaker mee willen doen om de overwinning en het kampioenschap, maar vooralsnog lijkt het alsof we een voorsprong hebben.’

Hoe waar die woorden bleken te zijn beschrijven we in het tweede deel van deze special over Brawn Grand Prix die aanstaande woensdag online komt.