Hoe had de Formule 1-carrière van Jos Verstappen eruit gezien als Johnny Herbert er niet was geweest? De kleine Brit verving de Nederlander zowel bij Benetton als bij Stewart Grand Prix en wist in de auto die eerder in Limburgse handen was drie Grand Prix' op zijn naam te schrijven.
Johnny Herbert kent een uitstekend begin van zijn autosportloopbaan. In de opstapklassen wint hij het ene na het andere kampioenschap en het is dan ook geen verrassing dat Herbert in 1988 streed om de titel in de Formule 3000. Zijn kampioenschapsaspiraties konden echter de prullenbak in toen Herbert bij een crash op Brands Hatch dusdanig gewond raakte aan zijn enkels en zijn benen dat amputatie serieus werd overwogen. Dit kon voorkomen worden door meerdere operaties. Herbert zou niet meer kunnen rennen, maar racen was wonderwel geen probleem.
Dat gegeven zorgde ervoor dat Herbert in 1989 debuteerde in de Formule 1. Direct in zijn eerste race scoorde hij punten voor het team van Benetton. Herbert werd vierde, slechts een seconde van het podium. In Phoenix werd hij opnieuw vierde, maar na de Grand Prix van Canada werd hij ontslagen omdat hij zich niet wist te kwalificeren. Herbert keerde terug naar de Formule 3000, ditmaal in Japan. Later dat jaar voegde hij zich weer bij een Formule 1-team. Hij reed twee Grand Prix voor het team van Tyrrell.
In 1990 reed hij nauwelijks Formule 1, maar stapte aan het eind van het jaar in bij Team Lotus. Lotus was een gerenommeerde naam, maar na vertrek van Senna enkele jaren eerder afgegleden naar de achterkant van de grid. Herbert bleef het team trouw tot halverwege 1994. In 1991 combineerde hij Grand Prix-racen met sportscar-wedstrijden en won hij de 24 uur van Le Mans met Mazda. In 1992 reed hij een volledig Formule 1-seizoen en scoorde twee wk-punten. In 1993 scoorde hij elf punten en toen hij halverwege 1994 Lotus gefrustreerd verliet stond de teller op 0. De teller zou in 1994 op 0 blijven staan ondanks dat hij de laatste races van het jaar reed voor het team van wereldkampioen Michael Schumacher. De coureur die hij verving? Jawel, Jos Verstappen. Herbert was de derde coureur van de 3J's, na JJ Lehto en Jos Verstappen, die de tweede Benetton mocht besturen. De reden? Flavio Briatore wilde een meer ervaren coureur naast Schumacher hebben in de laatste fase van het seizoen om hem aan zijn eerste wereldtitel te helpen. Herbert had na zijn vertrek bij Lotus één race voor Ligier gereden en was blij verrast met het telefoontje van Benetton.
Waar Verstappen in de running was voor de tweede cockpit naast Schumacher voor 1995 ging de plek uiteindelijk naar Herbert en werd Verstappen uitgeleend aan Simtek. Herbert reed een volledig seizoen in 1995 en boekte in de superieure Benetton twee zeges door de races in Groot-Brittannië en Italië op zijn naam te schrijven. Toen Schumacher kenbaar maakte voor 1996 naar Ferrari te vertrekken en Benetton daarop het Ferrari-duo Alesi-Berger contracteerde was er voor Herbert geen plek meer en week de Brit uit naar het Sauber team.
Bij Sauber presteerde Herbert constant. Hij scoorde van 1996 tot en met 1998 geregeld punten en behaalde zelfs twee podiumplaatsen. In 1996 werd hij derde in Monaco en die positie behaalde hij in 1997 ook in Hongarije. In 1998 was Herbert voor het eerst de mindere Sauber-coureur. De Brit werd qua resultaten overschaduwd door zijn nieuwe teamgenoot Jean Alesi. Alesi werd in België derde en Herbert slaagde er slechts in om één puntje te behalen. Herbert veel dat jaar maar liefst acht keer uit (in zestien races) en Sauber besloot om zijn contract niet te verlengen. De Formule 1-carrière van Johnny Herbert leek er op te zitten.
Totdat daar Jos Verstappen wederom in beeld kwam. De Nederlander reed de tweede helft van 1998 voor het team van Stewart en presteerde beter dan zijn voorganger Jan Magnussen. Stewart wilde overwegen om door te gaan met Verstappen, maar contracteerde uiteindelijk Herbert.
Herbert werd in 1999 teamgenoot van Rubens Barrichello en werd door de Braziliaan aan alle kanten om zijn oren gereden in de witte bolide. Barrichello stond in San Marino en Frankrijk op het podium en Herbert scoorde enkel in de Grand Prix van Canada een vijfde plaats. 1999 was Herbert niet zo min gezind als 1998.
Totdat op de Nürburgring in een race die alle verbeelding tart het lot van de Engelsman omkeerde. In een race waar onder wisselende omstandigheden de ene na de andere raceleider zijn Waterloo vond kwam Johnny Herbert bovendrijven en boekte een van de meest onverwachte overwinningen in de geschiedenis van de moderne Formule 1. Lullig voor teamgenoot Barrichello die derde werd en wie het eigenlijk veel meer toekwam om de eerste Grand Prix-zege voor Stewart te behalen, maar zo ondoorgrondelijk kan de Formule 1 soms zijn.
De overwinning zorgde er voor dat Stewart volledig werd overgenomen door Ford en voor het jaar 2000 werd omgedoopt tot Jaguar Racing. Herbert bleef, maar Barrichello vertrok naar Ferrari en runner-up 1999 Eddie Irvine bewandelde de omgekeerde route. De Jaguar R1 was een prachtige Formule 1-wagen, maar resultaten bleven uit. Irvine scoorde vier punten en Herbert finishte het jaar wederom op die hatelijke 0. Dit keer was er geen wonder beschikbaar om zijn bijzondere Formule 1-carrière nog een keer te verlengen.