Het hoge woord is al een tijd eruit: Red Bull gaat de
Honda-krachtbronnen
in eigen beheer produceren en we krijgen een ‘engine freeze’. Het betekent dat
we in ieder geval tot 2025 met dezelfde motorenformule zitten, wat natuurlijk
ook risico’s met zich meebrengt. Dat was duidelijk zichtbaar bij de vorige bevriezing
in 2008, maar wat kunnen we leren van de situatie toen?
F1Maximaal duikt
in de materie.
Het bevriezen van motoren komt natuurlijk vaak neer op een
ontwikkelingsstop, en wordt eigenlijk vaak alleen ingezet op het moment dat de
prestatiebalans van de motoren in de Formule 1 nagenoeg gelijk is. Zo ging dat
ook in 2007, toen de motoren eveneens voor twee jaar werden bevroren tot 2009. Ook
toen was de roep voor een engine freeze groot, maar hoe kwam dat nu eigenlijk?
Na het seizoen van 2005 werden er nieuwe motoren geïntroduceerd.
Van het snerpende geluid van V10-motoren die toen werden gebruikt, werd overgestapt op V8-motoren. Jarenlang hadden
Ferrari,
Mercedes én BMW in het
V10-tijdperk steeds de strijd om de sterkste motor, terwijl andere fabrikanten als
Cosworth,
Renault én Honda/Mugen er niet aan te pas konden komen.
Verandering was dus nodig.
Er kon weinig getornd worden aan V8-motoren
De
FIA ging, net als nu met de te vormen reglementen voor
2025, met motorenfabrikanten om tafel om een zo goedkoop en snel mogelijke
krachtbron op de markt te brengen. Om het niveau snel dicht bij elkaar te
krijgen werden de reglementen dan ook zeer prescriptief beschreven. De krachtbronnen
kregen een vast beschreven formule waar ze aan moesten voldoen. Het zou een
V8-motor worden, met een cilinderhoek van 90 graden en een minimaal gewicht van
90 kilo. Daarnaast mocht de motor niet lager dan 165 mm van de grond liggen en
mocht de krukas niet lager dan 58 millimeter van de grond komen.
Die vaste formule van de ICE (internal combustion engine, red.) zorgde ervoor dat er weinig ‘freak development’
mogelijk was. Daardoor kwamen de motoren in 2006 al akelig dicht bij elkaar te
liggen. Dus werd er een bevriezing afgesproken, om daarnaast ook de sport
wederom een stuk goedkoper te maken. Er mochten alleen updates worden gedaan
ten behoeve van betrouwbaarheid, en dat is precies waar het voor het eerst misging.
De lessen van de eerdere motorenbevriezing
Renault, Toyota, Honda en Cosworth namen de bevriezing te
letterlijk en doekten in 2007 hun R&D-faciliteiten op voor het
ontwikkelen van de motor. Daar gingen Ferrari en Mercedes wél mee door, onder
het mom van betrouwbaarheidsaanpassingen. Vaak hadden die het bijeffect dat er
meer vermogen uit werd gehaald. Zo zag je dan ook dat de Ferrari- en Mercedes-krachtbronnen de sport in 2007 en 2008 compleet domineerden. Zij haalden de
meeste overwinningen binnen in die seizoenen.
In 2007 wonnen de Ferrari’s en de McLarens eigenlijk alle
races, ondanks dat McLaren uiteindelijk uit de competitie werd gezet voor het
stelen van data bij Ferrari. Zeventien van de zeventien af te werken races stond de
Ferrari of de McLaren-bolide bovenaan. Datzelfde gebeurde nagenoeg weer in
2008; afgezien van twee overwinningen van Fernando Alonso en een bijzondere
overwinning van Sebastian Vettel in de Grand Prix van Italië, streden de krachtbronnen van Ferrari en Mercedes steeds weer tegen elkaar. Ferrari werd uiteindelijk
wereldkampioen in 2007 en McLaren-Mercedes deed dat trucje over na een stevig
gevecht met Ferrari een jaar later. Het blijkt dus dat een engine freeze zelfs kan
leiden tot dominantie of dit zelfs kan versterken, zoals in 2007 en 2008 het geval was.
Uiteindelijk brachten nieuwe regels in 2009, in de vorm van de toevoeging
van het KERS-systeem, de nieuwe nivellering die de sport nodig had. Door
de toevoeging van het boost-systeem kon Renault wederom aanhaken en was Red
Bull Racing direct in de mogelijkheid om te strijden met Ferrari, Brawn en
McLaren-Mercedes. De seizoenen die zouden volgen tot het einde van de
reglementen zouden dan ook vaak tot het einde spannend zijn, wat in schril
contrast staat met de seizoenen van 2014 tot en met 2020.
De regels van 2014 waren te interpretatief
De nieuwe regels hadden het doel om ervoor te zorgen dat de
sport schoner en milieuvriendelijker werd. Hybride-techniek was nodig om de
sport relevant te houden voor de autobranche en wederom werden er dus nieuwe regels
opgesteld. Overigens op dezelfde manier als hoe men dat deed in 2006. Prescriptieve regels met 1.6 liter V6-turbomotoren, geplaatst onder een hoek van
90 graden met het verschil dat het KERS-systeem werd ingeruild voor een MGU-systeem
met een hybride-deel en kinetisch deel. Die vormen samen uiteindelijk het
ERS-systeem dat weer zorgt voor een soortgelijke boost.
In feite bouwden de motorfabrikanten de motoren op met
drie verschillende filosofieën; zo zette Honda de laatste jaren de turbo tussen
de V van de cilinders, had Mercedes een split-turbo lay-out en gingen Ferrari en
Renault aan de haal met een conventionelere aanpak door de turbo achter de
motor te plaatsen.
Kort gezegd waren de regels vrij prescriptief, met het enige
verschil dat de fabrikanten met de plaatsing van de turbo, de filosofie
van de MGU-H en de MGU-K compleet los kon gaan wat betreft innovatie. Ook verschillen
de huidige krachtbronnen vaak van filosofie, wat ervoor zorgt dat de één een
groter voordeel heeft dan de ander. Enorme prestatieverschillen zijn daardoor
direct zichtbaar en dat is dus precies waarom de Mercedes-motor zo lang
dominant kon zijn.
De lessen van 2008 zijn nog steeds voelbaar, maar gevaar
ligt op de loer
Nu lijkt het er echter steeds meer op dat de teams zullen convergeren het komende jaar. De sport zal daarom moeten
uitkijken dat een bevriezing van de motoren niet weer gaat leiden tot een nieuwe, ellenlange
dominantie van een andere fabrikant, of dat de dominantie van Mercedes zal worden voortgezet. Wat is dan
precies de grootste les van 2008?
We weten in ieder geval dat de reden voor een bevriezing precies
dezelfde is als in 2008.
Christian Horner zei bijvoorbeeld al dat het alleen
maar voordelen biedt. De Red Bull-teambaas liet bijvoorbeeld weten dat het
juist een logische stap is om de motoren te bevriezen. Het zou volgens hem geen
goed idee zijn om te blijven investeren in motoren die uiteindelijk tóch worden
geschrapt.
Er moet voor gezorgd worden dat de teams hoe dan ook
geloven in een bepaalde prestatiebalans. Natuurlijk zullen er verschillen zijn
tussen de krachtbronnen, maar het zou bizar zijn als Horner een bevriezing wil forceren
als Honda niet in de buurt kwam van Mercedes. Datzelfde geldt voor Renault en
Ferrari. Kortom, de ingrediënten zijn er, nu moet de sport en met name de FIA er echter voor zorgen
dat de motoren in balans blijven. Nu lijkt daar in ieder geval een overeenkomst voor te zijn
en daarmee lijkt de sport dan ook te hebben geleerd van 2007 en 2008.
Er ligt weliswaar geen prestatiebalans verwerkt in de reglementen, maar het is door
Horner en Ferrari wel bedongen dat achterliggende motorenfabrikanten de kans
krijgen om te werken aan een mogelijke achterstand. Daar zit precies het gevaar,
het kan ervoor zorgen dat de balans alsnog ver te zoeken is als gevolg
van extra updates. De vraag is dan vooral: waar stopt de doorontwikkeling
definitief? Dat is iets waar de FIA zich vooral zorgen om moet gaan maken.