De sterke race pace van Williams op Monza laat zien dat het
team vooruitgang boekt. Dat vertelt Jost Capito tegen autosport.com. Het team
liet tot dusver vooral een sterke kwalificatiepace zien, maar wist in Monza wederom
in de punten te eindigen op zondag. Eerder dit jaar reed
George Russell een aantal machtige kwalificaties
voor het team van Williams. De jonge Brit wist vier keer in Q3 te komen, een kwalificeerde
zich zelfs als tweede in België. De kwalificatiesnelheid van de Williams was
duidelijk aan de beterende hand. De underdogs uit Grove konden hun goede
startposities echter nooit behouden tijdens de races op zondag.
In Monza was het daarentegen andersom: de Williams-rijders
kwalificeerden op vrijdag zich slechts als 15e en 17e, maar wisten tijdens de
sprintkwalificatie en de Grand Prix zichzelf op te werken naar P9 en P11. Volgens
Capito laten deze prestaties zien dat het team vooruitgang maakt. ‘De punten
zijn goed om te hebben, maar wat echt goed is, is dat we met de Aston Martins
en de Alpines kunnen racen.’ Dat is een grote verbetering ten opzichte van
eerder in het seizoen: ‘We hadden dat aan het begin van het jaar nooit
verwacht. Ook onze verbetering van vrijdag naar zaterdag en daarna de race was
goed.’ De Duitser erkent echter wel dat er wat geluk achter de punten van zijn
team zat: ‘Als die twee jongens voor ons (Verstappen en Hamilton) niet waren gecrasht,
hadden we geen punten gehaald.’
‘Latifi wordt steeds beter’
Het was George Russell die de punten binnenhaalde op Monza,
maar Capito prijst ook teamgenoot
Nicholas Latifi. De Canadees eindigde de
sprintkwalificatie voor Russell, en lag ook op zondag voor zijn teamgenoot,
totdat Max Verstappen en Lewis Hamilton hun aanrijding hadden. ‘George had natuurlijk
geluk met de safety car, Nicky niet. Hij kwam net voor de safety car binnen. Maar
Nicky heeft een geweldige race gereden.’ Latifi wordt vaak als
pay driver
gezien, maar Capito ziet dat de Canadees vooruitgang maakt: ‘Hij is sterk, en
hij wordt steeds beter. Zijn weekends zijn erg sterk geweest, maar hij heeft
wat pech gehad ten opzichte van George. Ik hoop dat hij een keer geluk heeft.’