Afgelopen
weekend werd de virtuele 24 uur van Le Mans verreden, en de organisatie van de
evenement pakte groots uit. Diverse grote namen uit de F1, waaronder Max
Verstappen en Juan Pablo Montoya, werden ondersteund door een volledig
mediateam. Het simrace-endurance-evenement oogt steeds professioneler, en op
softwaregebied blijft het natuurlijk niet achter. Marcel Offermans, de
directeur van Studio 397 - het bedrijf achter simrace-software rFactor 2 die
gebruikt werd tijdens het simrace-evenement - biedt in een tweedelig interview met F1Maximaal.nl een uniek kijkje achter
de schermen. Enkele dagen na het virtuele evenement is Offermans weer
bijgekomen. Het jaarlijkse online endurance-evenement is voor de betrokken
partijen intensief en betekent dat er gedurende een etmaal nauwelijks ruimte is
voor slaap. Een middagdutje was voor Offermans nog wel een mogelijkheid,
maar veel meer dan dat zat er niet in totdat de teams over de virtuele
eindstreep kwamen. Op technisch gebied kan men gerust spreken van een succesvol
simrace-evenement. Enkel aan het begin van de wedstrijd deden zich enkele
problemen voor, maar die waren rFactor 2 verder niet te verwijten. Het betrof
het W Series-team, dat helaas niet deel kon nemen aan het evenement. ‘Bij de
start was er één team dat niet op tijd op de servers kwam’, vertelt Offermans.
‘Ik weet niet precies wat er aan die kant aan de hand was,
maar ze hadden een probleem wat ze niet meer opgelost kregen. We hadden natuurlijk
allerlei voorbereidingen gedaan. Alle teams hadden meer dan een uur van tevoren
een proefstart gemaakt, met een startende rijder. Dat was eigenlijk allemaal
goed gegaan, maar je ziet dan toch: het blijft internet, het blijft een
computer.’ Het is dan ook nooit mogelijk om elke mogelijke fout voorafgaand aan
het evenement te elimineren. ‘Er was iets mis. We hebben nog wel een paar
seconden gewacht, maar de uitzendingen beginnen en op een gegeven moment moet
je dan ook gewoon zeggen: we starten. Je kan niet blijven wachten. Vervelend wanneer
dat zo is, maar het kan gebeuren.’
‘We hebben natuurlijk wat uitvallers gehad omdat er allerlei
dingen gebeuren tijdens een 24 uursrace. Als je de finish haalt, is dat al een
hele prestatie’, vervolgt de Nederlander, doelend op de actie op het circuit
zelf. Bij aanvaringen of uitschieters zijn er immers voldoende teams geweest
die vroegtijdig de wedstrijd moesten staken. Tevens een variabele waar Studio
397 geen controle over heeft. ‘Technisch gezien ging het goed. Het jaar
hiervoor hadden we wat problemen (tijdens de virtuele 24 uur van Le Mans, red.),
en na die race zijn we een tijd bezig geweest met het opsporen van al die
problemen. Daar zijn we een paar maanden zoet mee geweest, de problemen konden
we lastig vinden in de code. Daarna hebben we de rest van het jaar gebruikt om
zo veel mogelijk te testen, ook bij alle competities die 24uursevents doen en
endurance-events. We hebben daar goed de vingers op de pols gehouden.’
Sinds vorig jaar, toen diverse coureurs gedurende het
evenement connectieproblemen ervoeren, is er dus hard aan de weg getimmerd. Dat
heeft geresulteerd in betrouwbare software, die over het algemeen alle rijders
virtueel op de baan kan houden. ‘Eén keer dit seizoen hebben we nog problemen
ervaren waardoor de race op de Nordschleife voortijdig afgeblazen moest worden.
Dat was uiteindelijk iets nieuws, slordig dat dat door al de tests heen kwam.
Een paar weken later was dat ook opgelost, dus we hadden zoiets van: het moet
nu goed zijn. Alle tests zagen er goed uit, maar er kan altijd wat gebeuren.
Het blijft internet, er kan altijd iets gebeuren waar je zelf geen invloed op
hebt. We zijn er wijzer van geworden en hebben back-ups klaarstaan. Alle
scenario’s die wel eens voorgekomen waren, hebben we geoefend. Vanuit de
techniek was het een hele rustige race, en dat is ook wel eens fijn.’
Professionaliseringsslag
simracen
Wat opviel voor de terugkerende kijker was dat de virtuele
24 uur van Le Mans vele malen professioneler oogde dan de vorige editie. Ook
Offermans is dit niet ontgaan: ‘We hebben daarop een hoop bijgeleerd’, stelt
hij tevreden. ‘Het is niet mijn specialisme, een live-uitzending maken, we
vertrouwen daarin op mensen die dat vaker doen. Je ziet het terug in de
commentatoren die ze hebben en de interviews die afgenomen worden. Tijdens de
uitzending kwamen er zelfs rijders aan het woord, zoals Job (van Uitert, red.).
Die kan rijden en praten tegelijk!’, benadrukt hij vermaakt. ‘Dat maakt het
inderdaad een leuke show om naar te kijken. Ik zat met een half oog ook mee te
kijken met wat er allemaal in beeld gebeurt omdat ik daar vanaf de technische
kant soms op moet reageren, maar dat ging allemaal goed.’
‘Je ziet het perfect in dit soort uitzendingen, er kijken
veel mensen naar. Wat in de gaming steeds meer gebeurt is dat er een officiële
stream is, maar de streams van de rijders worden ook goed bekeken’, weet
de kenner. ‘Er zijn veel mensen die tussen die streams op en neer gaan om maar
vooral niets te missen van wat er allemaal gaande is. Daar zie je dat zo’n
sport ook steeds meer een volwassen kijksport wordt, wat uiteindelijk super
belangrijk is. Het moet leuk zijn om zelf te doen, op je eigen niveau, want
niet iedereen is
Max Verstappen, en dat is maar goed ook. Daarnaast moet je er
ook naar kunnen kijken, je kunnen inleven en bewondering kunnen hebben voor het
talent van de mensen die dat op dit niveau zo lang en zo goed kunnen. Het is
namelijk toch best wel lastig.’ Net zoals in de werkelijke 24 uur van Le Mans
moeten coureurs zich ronde na ronde concentreren. Een ongeluk zit immers in een
klein hoekje.
In de virtuele 24 uur van Le Mans werd gebruik gemaakt van LMP2-bolides én GT-bolides, zoals het voorbeeld hierboven. Deze bolide heeft ook nog eens een Wolverhampton Wanderers-thema op de zijkant, voor de voetbalfans. (Foto: rFactor 2)
Strategie ook online
van groot belang
Natuurlijk blijft er altijd een kloof tussen
simracen en
werkelijk racen. Toch zijn er ook aspecten van beide disciplines die opvallend
veel op elkaar lijken. In de strategieën van de teams is dit zeer duidelijk terug
te vinden. ‘Het gekke is eigenlijk dat omdat het simracen is, je toegang hebt
tot nog veel meer data dan in de werkelijkheid. Je kan beter zien wat andere
auto’s op de baan doen. Je ziet dus ook dat elk team race-engineers heeft die
goed naar de strategie aan het kijken zijn, maar ook naar de strategie van de
andere teams, en heel goed bij kunnen houden wat iedereen aan het doen is op de
baan. De teams hebben dus eigenlijk bijna geen geheimen voor elkaar. Dat zie je
in het spel vooraf al. Als iedereen aan het trainen is, laten ze toch niet het
achterste van de tong zien qua strategie.’
‘Dat die teams ook tijdens zo’n race heel goed naar elkaar
zitten te kijken, dat is uiteindelijk waar het verschil gemaakt wordt. Iedereen
kan hard rijden dus die tijden liggen heel dicht bij elkaar. Dat heb je in de
kwalificatie ook gezien.’ Offermans was op vrijdag, de dag van de kwalificatie,
uiteraard ook van de partij, en zag daar Verstappen op twee duizendsten
poleposition missen. Simracers kunnen virtueel de huidige F1-wereldkampioen dus
zeker wel uitdagen. Offermans: ‘Die tijden liggen zó dicht op elkaar dat het
haast een loterij is. Je moet het verschil ook vaak met de strategie maken. Dat is ook een
parallel met het echte racen, daar is dat een heel belangrijk onderdeel.
Dat is leuk en het is ook mooi dat dat zo veel in beeld komt, en dat dat terug
te zien is in de live timing. Ik vind het net zo leuk om naar te kijken als de
echte 24uursrace.’
Betrokkenheid
Verstappen, Montoya en meer
Wat in 2020 bij de
Formule 1-eSports-push werkte, maar ook
bij de afgelopen editie van de virtuele 24 uur van Le Mans, was de
betrokkenheid van bekende coureurs. Toen in 2020 het Formule 1-seizoen op zich
liet wachten, gebruikte de koningsklasse van de autosport het virtuele racen om
de betrokkenheid van de fans te houden. Dat een Verstappen deelneemt aan een
virtuele endurancerace is dan ook zeer zeker goed voor de populariteit van het
evenement. Door te simracen tussen de seizoenen in hoopt de simrace-wereld
coureurs de mogelijkheid te bieden om ook aan virtuele evenementen deel te
nemen. ‘Er is natuurlijk een reden dat het nu in januari georganiseerd wordt’,
geeft Offermans aan. ‘Dit is veelal een periode waarin de echte coureurs
eventjes pauze hebben. Je kan het bijna zien als een soort wintercompetitie
voor de coureurs, al is het natuurlijk niet zo zwart-wit. We vinden het hartstikke leuk als iedereen mee kan doen en het vult elkaar denk ik
mooi aan.’
Fernando Alonso en Esteban Ocon wilden bijvoorbeeld eigenlijk samen
deelnemen aan het evenement, maar een operatie van de Spanjaard gooide roet in
het eten. Wel geeft de betrokkenheid van de tweevoudig wereldkampioen aan dat
er zeker interesse heerst onder de F1-coureurs in het virtuele racen. ‘Ik denk dat
we daar naartoe gaan’, stelt Offermans als gevraagd wordt in hoeverre hij een
toenemende mate van professionele coureurs in simrace-evenementen verwacht. ‘Door
die hele coronaperiode waren er een tijd geen races meer en móésten de rijders
wel. De coureurs dachten toen: we gaan simracen, we moeten scherp blijven.'
'Ik
denk dat daar voor heel veel coureurs een wereld voor ze open is gegaan. Ze
werken natuurlijk allemaal met simulatoren, voor een deel zijn we daar vanuit
rFactor altijd wel bij betrokken geweest, maar heel vaak worden die simulatoren
gebruikt om enkel bepaalde deelaspecten van een race of van een auto te kunnen
simuleren en testen. Wat ze nu zien is dat het ook een manier is om je racecraft te oefenen, en heel veel
ervaring te doen op bepaalde banen. Die banen en de physics komen misschien niet heel dicht in de buurt, er zijn
voldoende verschillen tussen simulaties en echt rijden. Ik weet dat een
simulatie nooit zo goed gaat zijn als de werkelijkheid.’
De LMP2-bolide van het virtuele Jota-team. Jota komt ook jaarlijks in de werkelijke 24 uur van Le Mans uit. (Foto: rFactor 2)
Zo realistisch
mogelijk, of juist niet?
Die werkelijkheid, dat is waar Studio 397 uiteindelijk
naartoe wil met haar software. Toch lijkt het of er een gezonde combinatie
gevonden moet worden tussen realisme en vermaak. ‘Je kan in de buurt komen van
een zo realistisch mogelijk model. Als je nu kijkt naar telemetrie en
rondetijden zie je dat we echt in de buurt kunnen komen, en bepaalde scenario’s
vooraf al kunnen testen. Je ziet het in de F1 noodgedwongen veel gebeuren. Het
is heel belangrijk dat de teams goede simulatoren hebben zodat ze ook dingen
kunnen testen en er van op aan kunnen dat wat ze daar testen ook werkt op de
baan – dat gaat ook nog wel eens mis. Als de simulator niet goed is, gaan ze
dan met heel veel dingen de verkeerde kant op. Dan nemen ze van vrijdag op
zaterdag en van zaterdag op zondag ook niet de juiste beslissingen. Dat wordt dus
steeds belangrijker.’
‘Er zijn een aantal dingen die gewoon niet na te bootsen
zijn. Je kan g krachten niet simuleren, tenzij je een rijder met dezelfde
snelheid over de baan laat vliegen. Zelfs al laat je een
motion simulator even
op en neer schudden om die g-krachten na te bootsen, we hebben maar 1 g aan
zwaartekracht op aarde. In een remzone tien seconden lang vijf g trekken, dat
kan gewoon niet. Daar gaan we altijd verschil houden. Computers zijn ook niet
oneindig snel, dus de rekenmodellen zullen altijd modellen blijven. We komen
echter wel dicht genoeg in de buurt om te zeggen dat het relevante ervaring is
en dat trainen op een simulator in het echt ook helpt. Daar zien we veel
voorbeelden van. Ik denk ook dat er veel mensen vanuit het enduranceracen in de
toekomst deel gaan nemen aan dit soort evenementen.’ De eerdergenoemde Van
Uitert, doorgaans uitkomend voor
Racing Team Nederland in de
WEC, is daar een
perfect voorbeeld van. De stap van werkelijk enduranceracen naar een virtuele 24uursrace
is dus sneller gemaakt dan je zou denken.
Vond je dit artikel
leuk? Morgen (19 januari) verschijnt deel 2 van dit interview online, met een
exclusieve blik op wat er precies misging bij Max Verstappen in de virtuele 24
uur van Le Mans.
Door: Christian Moerman | Twitter: @ChristianMoerm1