Voor de
regelmatige Formule 2- en Formule 3-toeschouwers lijkt het alsof ze in 2021
dubbel zien. Matteo Nannini is actief in de Formule 2, maar is aankomend weekend ook te bewonderen in de Formule 3. De jonge Italiaan is bezig aan een
intensief dubbelseizoen voor HWA Racelab en sinds Baku ook Campos Racing. Met
het eerstgenoemde team wist hij in zijn tweede seizoen in de F3 zijn eerste
overwinning te pakken, en dat op slechts achttienjarige leeftijd. Nannini is een naam
die begint op te vallen. Hoog tijd voor F1Maximaal om hem aan de tand te voelen over een breed scala aan onderwerpen. Het verzopen Grand
Prix-weekend op Spa-Francorchamps komt aan bod, zijn overwinning in Hongarije
en natuurlijk de Grand Prix van Nederland, tijdens welke hij absoluut
oranjegekte verwacht. Nannini draait al enkele jaren mee in de internationale autosport-scène.
Elke juniorenklasse waarin hij verzeild raakte, ontgroeide hij rap. Het Formule
4-kampioenschap van de Verenigde Arabische Emiraten vond hij in 2019, om er
meteen met de titel vandoor te gaan. Maar liefst zes van de tien polepositions
van het hele seizoen in het Midden-Oosten schreef hij op zijn naam in gevecht
met onder meer Tijmen van der Helm en Roman Stanek, een Nederlander en een
Tsjech die hij ook in 2021 weer tegenkomt tijdens de Formule 3-races. Zijn
dominantie bleef niet onopgemerkt en katapulteerde hem in 2020 naar een vast plekje
in de F3. Een jaar later kwam daar tijdens het eerste Grand Prix-weekend in
Bahrein alweer een promotie naar de F2 bij. Je staande houden in de F3 en de
F2, al helemaal op jonge leeftijd, is geen koud kunstje, heeft ook Nannini
ervaren. Aanpassen doet hij snel, maar soms zitten weekenden gewoon totaal niet
mee, terwijl er ook een hiërarchische verdeling te vinden is in de subklassen
van de
F1.
Een van
de lastigere weekenden van het jaar ervoer Nannini afgelopen vrijdag, zaterdag en zondag in
de regenachtige Ardennen. De in Faenza geboren coureur, toevallig tevens de
locatie waar het AlphaTauri-hoofdkwartier staat, biedt een uniek perspectief op
hoe het voorprogramma van de F1 het turbulente weekeinde ervaren heeft: ‘Het
was lastig, met name
omdat de weersvoorspelling niet helemaal klopte. Het regende toen we droge
omstandigheden verwachtten, dat maakte het een extra zwaar weekend. Het regende,
tien minuten later was het weer droog en tien minuten daarna regende het weer.
Dat soort omstandigheden zijn veel lastiger dan wanneer het continu regent, of
continu droog is’, zo opent hij opgewekt. Ook als het een weekendje niet meezit,
blijkt dat hij zich daar op een volwassen manier overheen weet te zetten. ‘Als
coureur is het lastig om de juiste lijnen te rijden. Je weet immers niet waar
de grip ligt en in hoeverre bochten echt helemaal nat zijn, of juist niet.’
‘Wel was
het een hele nuttige ervaring’, geeft hij toe. Weekenden met hevige regenval,
zoals tijdens de Belgische Grand Prix, heeft het racecircus niet vaak. ‘Ik heb
afgelopen weekend dan ook de kans gekregen om in verschillende omstandigheden
te leren van de auto, en heb geleerd hoe je de spray van je voorganger kan vermijden.
Aan het begin van de eerste race kon ik bijvoorbeeld het circuit voor mij niet
eens zien. Het was dan ook best riskant om die race te beginnen. Daarom vlagden
ze hem in eerste instantie af. Toen we eenmaal begonnen, waren de
omstandigheden echter min of meer hetzelfde. De conclusie is dus dat het vooral een
nuttig weekend was.’
Spa-Francorchamps met nat asfalt
‘Ik houd
er niet per se van om op nat asfalt te rijden. Wij zijn er niet echt aan
gewend. Ik vind het prettig als het duidelijker is wat de situatie is op het
circuit. Volledig droog of volledig nat, dat vind ik allebei best. Dan kan je
je namelijk beter voorbereiden en een plan opstellen. Wisselende omstandigheden
zijn voor het team veel lastiger, je weet niet wat je met de auto moet doen en er
komt ook een stuk meer geluk bij kijken. Ga je voor de natweerafstelling dan
moet je het geluk hebben dat het blijft regenen. Gebeurt dat niet dan lever je
plaatsen in. Het is makkelijk om er boos over te worden, want je hebt geen idee
wat je te wachten staat, maar het was wel leuk. Met name Eau Rouge was leuk,
daar kon je met veel snelheid doorheen. Daar heb ik zeer van genoten’, zo
herinnert hij zich het weekend dat geteisterd werd door hevige hoosbuien.
Met Eau
Rouge haalt hij een naam aan die menig F1-fan bekend in de oren klinkt. Afgelopen weekend vormde de bekende bocht het toneel voor enkele grote
crashes. Gelukkig kwamen de rijders er ongeschonden uit, maar Beitske Visser
moest een grote aanvaring met enkele andere W series-coureurs bekopen met een
bezoek aan het plaatselijke ziekenhuis, terwijl ook Lando Norris heel erg goed
wegkwam gedurende de kwalificatie. Voor Nannini is de bocht wel wat gevaarlijk,
maar is er een oplossing voorgesteld die een stokje moet steken voor toekomstig
gevaar op het Belgische asfalt: ‘Ze moeten de uitloopstrook wat groter maken.'
'Als een auto de eerste barrière raakt, schiet hij weer terug op het asfalt. Dat
is het grootste probleem. Ik heb echter gehoord dat er wijzigingen aangekondigd
zijn voor volgend jaar en dat er in die bocht gravel komt. Dat lijkt mij een
goede aanpassing. Zodra dat doorgevoerd
is, is het oké. Dan blijft de bolide namelijk gewoon in het grind staan en
stuitert deze niet het circuit meer op. Dat is het grote probleem, want als de
auto weer op het circuit terechtkomt en wij de exit van de bocht niet zien
omdat wij heuvelopwaarts rijden, dan zorgt dat voor een scenario waarin een
crash makkelijk voorkomt.’
Nannini wint op de Hungaroring
Het
Grand Prix-weekend in België was voor de toeschouwers geen denderend succes, en
voor Nannini dus ook niet. Het Formule 3-weekend vóór de Belgische wedstrijd boekte
de HWA-coureur wél goede resultaten. Voor het eerst in zijn carrière won hij
een F3-race door in de eerste ronde met veel vertrouwen en gezonde agressie de
eerdergenoemde Stanek te verschalken. Twee ronden later rekende hij af met
raceleider Enzo Fittipaldi. ‘Het was een geweldige ervaring omdat ik al tweemaal
aan de overwinning heb mogen ruiken’, vertelt Nannini, die vorig jaar voor
Jenzer Motorsport al eens derde werd op Circuit de Catalunya-Barcelona. ‘In
Barcelona was ik al eens dichtbij, en op de Red Bull Ring ook. Als je twee keer
zo’n mogelijkheid verliest met een paar ronden te gaan, kan dat best
frustrerend zijn. De grootste reden dat ik nu wel wist te winnen, was omdat ik
een goed gat kon trekken naar de heren achter mij. Dat gat wist ik de rest van
de race te controleren.’
In de F4
liet Nannini al zien wat hij waard was, maar de F3 en F2 zijn toch competities
van een ander kaliber. Een overwinning kan daar dan ook gezien worden als
waardevoller, al valt het voor Nannini zelf mee. Hij spreekt niet van zijn
beste seizoen ooit in de eenzitters, maar dat heeft met name te maken met zijn
eigen ambities, die torenhoog liggen. ‘Het doel voor dit jaar was om de titel te winnen. Het probleem
is dat we het ene weekend meestrijden om overwinningen en het andere weekend
geen punt scoren, zoals in Spa. Dat is het grootste probleem, met name nu we
dit nieuwe format aanhouden. Daarbuiten denk ik dat ik dit jaar aangetoond heb wat ik kan en dat ik races kan winnen als ik er goed bij zit. Mijn doelstelling
is nu voor het einde van het seizoen wel wat veranderd. Ik mis iets van honderd
punten ten opzichte van de nummer één van het kampioenschap. Dat gat is nu niet
meer te dichten omdat er niet eens honderd punten meer te verdelen zijn. Daarom
wil ik zo veel mogelijk races winnen en elk weekend maximaliseren.’
Wanneer
hij het over een aangepast format heeft, doelt hij op het feit dat de F2 en F3
dit jaar weliswaar minder Grand Prix-weekenden meereizen, maar gedurende die
weekenden wel drie races verrijden. Vorig jaar waren dit er nog twee per
weekend. ‘Dit format is wel beter’, vindt hij. ‘We racen één wedstrijd extra
per weekend. Zodoende doen wij meer ervaring op per raceweekend. Aan de andere kant
trekt het coureurs voor die elke week kunnen scoren, en niet coureurs
zoals ik, die zo nu en dan een race winnen en het volgende weekend niet in
aanmerking komen voor punten. Mijn seizoen is dus niet zo goed zoals ik had
verwacht.’ Een bijkomstigheid van dit format is wanneer het dan wél goed gaat, je
ook meteen alle drie de races aan punten kan ruiken. Eindig je bijvoorbeeld de
eerste race als achtste, dan start je middels reversed pole de tweede race aan de voorkant van de grid. ‘Als het
weekend niet helemaal op rolletjes loopt, kan je dus alsnog wat uithalen.’
F3 en F2 in één jaar
Het komt
niet vaak voor dat een coureur Formule 3 én Formule 2 rijdt in één jaar. HWA
vertrouwde het Nannini toe. Waarom werd hij naar het F2-team gehaald, ondanks
dat het in eerste instantie totaal het plan niet was om ook de F2 te verrijden?
Bij het F2-team kwam een stoeltje vrij en zochten ze iemand die met de
ontwikkeling van de auto kon helpen. Het eerste weekend van het jaar, in
Bahrein, stapte hij dus in. ‘We wisten al wel dat
het lastig zou worden. Hoewel het een competitie is waar alle teams met
dezelfde auto rijden en met dezelfde motor, zijn er teams die hun auto’s nou eenmaal
vaak aan de voorkant van de grid weten te positioneren. Dat wist ik en de teams
hebben slechts drie plekjes. Zodra die stoeltjes gevuld zijn, doe je daar niets
meer aan. HWA bood dus een uitstekende oplossing, ook omdat zij verbonden zijn
met Mercedes en het in zich hebben om tot de topteams te behoren.’
‘In F2
is er nog werk aan de winkel en daarom hebben ze mij verzocht om in beide kampioenschappen
te racen. In de F3 om resultaten te behalen en in de F2 om stappen te zetten in
de ontwikkeling van de auto’, vervolgt hij. Die F3-doelstelling kwam er in de F2 ook snel uit. Op Bahrain International Circuit werd Nannini in
de feature race tiende, wat hem één
WK-punt opleverde in zijn debuutseizoen. ‘Om in Bahrein al punten te scoren was
best onverwachts. We verwachtten een P20, of iets in die trant.’
Een mooi
resultaat, maar financiën blijven voor veel jonge rijders een probleem. Zo ook
voor Nannini: ‘Het zijn prijzige kampioenschappen. Zonde, want als je een goede
coureur bent, maar je hebt het budget niet, dan zit je thuis.’ Een oplossing
voor dit F2-probleem vond hij bij Campos Racing, een andere renstal. ‘Zij
misten een coureur en belden mij op voor Baku. Daar was ik erg blij mee, want ik
kende Adrian Campos, de oprichter van het team. Hij wilde mij altijd al binnen
het team hebben en ik heb zelfs eens getest met dat team. Omdat ze mij zo last-minute belden, had ik totaal geen tijd
om mij voor te bereiden en moest ik meteen voor het eerst een straatcircuit op.
Pittig, maar wel een geweldige mogelijkheid.’
F3 op Circuit Zandvoort
Omdat de
F3 ook op het programma staat voor de
Dutch GP is Nannini een van de gelukkigen
die als eerste mag proeven van het aangepaste
Circuit Zandvoort. Er is
natuurlijk al flink wat voorbereidend werk gedaan, en daaruit blijkt dat de
kombochten bijvoorbeeld een serieuze uitdaging gaan vormen: ‘In de simulator merkte
je al dat je je moet aanpassen aan de kombochten. Het sturen wordt zwaarder
wanneer je voor die bochten instuurt. In bocht 3 kan je daarnaast diverse
lijnen rijden, dat zijn wij niet gewend. Dat gaat leuk worden.’
Zeg je
Circuit Zandvoort dan zeg je Nederlandse fans. Er wordt een ware oranjegekte
verwacht, ook onder de coureurs in de F3: ‘Ik zal héél vroeg naar het circuit
moeten om niet in de file te staan’, stelt de Italiaanse jongeling glimlachend als gevraagd
wordt naar de Oranjefans. Wegens de COVID-protocollen van de FIA was een interview op locatie niet mogelijk, maar hij lijkt dan ook al lang en breed gewend te zijn aan Zoom-meetings, interviews en dergelijke technische oplossingen.
In zijn tot nu toe verdienstelijke autosportcarrière
heeft Nannini te maken gehad met fans die hij graag onder twee categorieën
schaart: ‘Als je naar Italië kijkt, merk je dat ze daar enkel Ferrari kennen. Van de andere
klassen weten ze wat minder af. Als je bijvoorbeeld naar Spanje gaat, zie je
dat er daar fans zijn die alles weten, naar de pitstraat komen en een handtekening
van je willen. Zij genieten van een coureur en niet het team waar die coureur
voor racet. Dat zie je volgens mij in Nederland bij Max Verstappen ook, met
alle oranje tribunes. Toen ze in Spa bijvoorbeeld achter de safety car reden,
zag je ook overal oranje opduiken. Dat gaat mooi worden. Afgelopen maandag zag
ik al fans bij het circuit staan. Ik ben heel benieuwd hoe dat er op zondag uit
gaat zien.’
Er zijn
al veel meters gemaakt op de simulator ter voorbereiding op een Grand Prix die
al 36 jaar niet op de kalender gestaan heeft. Alle ogen zijn gericht op bocht 3
en de laatste bocht, waarin de helling dusdanig hevig is dat er van een
kombocht gesproken wordt. ‘Ik ben hier natuurlijk nog nooit geweest, maar ik
weet wel dat enkele andere coureurs hier al wel eens geracet hebben. Ik pas mij
over het algemeen goed aan aan nieuwe circuits en op de simulator genoot ik van
het racen op het circuit. Ik verwacht daarnaast dat de bandendegradatie het
eindresultaat significant kan beïnvloeden. Het zijn namelijk vooral
rechterbochten. De linkerbanden gaan het dus zwaar te verduren krijgen’, denkt
hij, hoewel bandendegradatie bij hem nooit een groot pijnpunt vormt.
Makkelijker dan Spa wordt het volgens hem sowieso, en via de reversed grid zijn
punten een mogelijkheid. Hij waarschuwt alleen voor één ding: ‘De inhaalmogelijkheden
zijn vrij gelimiteerd. Middels DRS kan je in de eerste bocht nog wel inhalen,
maar de rest van het circuit bestaat vooral uit snelle bochten. De startpositie
zal dus van groot belang zijn voor het eindresultaat.’
Circuit Zandvoort vormt een unicum op de huidige Formule 1-kalender: het is de enige baan waar gebruikt wordt gemaakt van sterk naar binnen aflopende bochten, ook wel banking genaamd. (Foto: Red Bull Content Pool/Getty Images)
Italianen in Italiaanse juniorenprogramma
Nannini
is een Italiaan en uit de voortdurende aanstelling van Antonio Giovinazzi bij
Alfa Romeo is de afgelopen jaren gebleken dat Italiaanse merken waarde hechten
aan nationaliteit. Hij vindt het dan ook bijzonder dat opleidingsprogramma’s
zoals de Ferrari Driver Academy zich dan ook niet zozeer richten op nationaal
talent, maar vissen in een bredere, Europese vijver. ‘Ik denk dat de meeste Italiaanse
coureurs dit soort steun best missen’, zegt hij toch met lichte teleurstelling
in zijn stem. ‘Er zitten bijvoorbeeld best weinig Italiaanse coureurs in de
FDA. Daar zou ik graag deel van uitmaken.'
'Je ziet bijvoorbeeld dat Franse juniorenprogramma’s
vaak voor Franse jonge coureurs gaan. Ik snap dan ook niet waarom Italiaanse
teams niet vaker voor Italiaanse jonge rijders gaan. Het zou zonde zijn als ik
dan een aanbieding van een andere academie accepteer en dan buiten Italië moet
gaan zoeken als Italiaan. Dat is geen boodschap die je graag uitdraagt naar de
buitenwereld. Ik zou het tof vinden om in Italië te blijven racen in plaats van
bijvoorbeeld Duitsland of Frankrijk. Als je het over auto’s hebt, is een van de
eerste merken die je te binnen schiet ook Ferrari.’ Ook voor Nannini is het een
jongensdroom om uiteindelijk voor het illustere Ferrari te racen. (Foto: Dutch Photo Agency)
Door: Christian Moerman