Frankrijk is goed
vertegenwoordigd op de Formule 1-grid van 2021, met Pierre Gasly en Esteban
Ocon. Een groot talent uit hetzelfde land zou zich volgend jaar graag bij die
namen voegen.
Théo Pourchaire (17) raast momenteel in rap tempo richting de
koningsklasse.
Door René Oudman
Slechts drie jaar
geleden maakte Pourchaire zijn autosportdebuut: destijds stapte de jonge
Fransman in een Formule 4-wagen. Sindsdien is het snel gegaan. Twee F4-titels brachten
hem in de Formule 3, een tweede plaats in het eindklassement van die serie
heeft Pourchaire een
Formule 2-zitje bij het sterke team van ART opgeleverd. Als de jongeling dit
jaar wederom zo sterk presteert, ligt een overstap naar de Formule 1 in het
verschiet. Pourchaire is namelijk het enige lid van het Sauber-opleidingsteam
dat Formule 2 rijdt. Ook al gaat de F1-tak van dat bedrijf door het leven als Alfa
Romeo, van binnen is het team nog altijd even Zwitsers als raclette.
De jongste Formule 2-coureur van het veld
Pourchaire spreekt exclusief
met F1Maximaal over de stroomversnelling waarin hij is terecht gekomen. 'Ik
ben nog heel jong, sinds de F4-titel gaat het ineens allemaal heel rap. Ik heb
maar één jaartje Formule 3 gereden en dat was zo’n geweldig seizoen, dat ik me
daarom nu de jongste coureur van de Formule 2-grid mag noemen.'
Na het indrukwekkende F3-seizoen,
waarin Pourchaire slechts drie puntjes tekort kwam op kampioen Oscar Piastri
(die overigens ook naar F2 promoveert, red.) was er volgens de jongeling geen
reden om nog een jaartje in de Formule 3 te blijven, met als doel het veroveren
van de titel. 'Als je in de top-drie van een juniorklasse eindigt, dan mag je focussen
op promotie. We – ART en ik – wisten Prema meermaals te verslaan en dat was exceptioneel',
doelt de jongeling op de verhoudingen in de Formule 3 – een klasse waarin Prema
al jaren de lakens uitdeelt.
Dit artikel gaat verder onder de foto.
Théo Pourchaire wist voor ART Grand Prix tweede te worden in het Formule 3-kampioenschap in 2020. (Foto: Formula Motorsport Limited) "Ik kon mijn ogen niet geloven: het bleek geen fan te zijn, maar Fernando Alonso zelf!"
- Théo PourchairePourchaire kreeg liefde
voor racewagens met de paplepel ingegoten. Samen met oudere zus Pauline maakte hij
op jonge leeftijd kennis met karts. 'Mijn vader was al een groot autosport fan,
hij genoot zelf enorm van rally’s. Ook sprong hij graag in een kart.' Voorbeeld
deed volgen in de familie Pourchaire, en niet zonder succes: Théo’s oudere zus
won het Franse kampioenschap, de jongste telg zelf scoorde meerdere nationale
titels.
Ontmoeting met Alonso
Tijdens die kartdagen kwam
Pourchaire op opmerkelijke wijze met een Formule 1-legende in aanraking. 'Het
was begin 2017. Ik bereidde me voor op een wedstrijd in Oviedo. De baan was
leeg, ik trainde alleen. Tot plots een andere rijder het circuit betrad. Hij had
een zéér bekend helmontwerp, die van een F1-kampioen. Ik dacht: het zal een fan
van desbetreffende coureur zijn. De onbekende karter wachtte me op en we hebben
een flink robbertje gevochten op het circuit. Nadien reden we de pits in, hij
deed zijn helm af en ik kon mijn ogen niet geloven: het bleek geen fan te zijn,
maar
Fernando Alonso zelf!'
Alonso schuift aan bij
de familie Pourchaire voor een praatje, al gaat het amper over de racerij. 'Hij
gaf me niet specifiek tips of iets dergelijks, maar zei wel dat ik er 'met hard
werk wel kom'.'
'Als ik een goed seizoen draai, kan ik dat waarvan ik al jaren droom bereiken!'
Het harde werk heeft zich bijna uitbetaald, het Franse talent weet maar al te goed dat de F1 lonkt. Kimi Räikkönen
hoeft zijn helm maar aan de wilgen te hangen – Pourchaire is één van de
gegadigden om diens zitje ooit over te nemen. 'Sauber doet ontzettend veel voor
mij – op financieel vlak, maar ook wat betreft mijn persoonlijke ontwikkeling.
Dat is niet iedere coureur gegeven en uiteraard ben ik Sauber ontzettend
dankbaar voor de kansen die ze me geven.'
Komend seizoen stapt Pourchaire
in de tweede wagen van ART. Op sociale media wordt daarover gegrapt. De 'second
ART curse' is veelbesproken – coureurs die de tweede ART-wagen besturen, zijn
niet in staat om goede resultaten te scoren. Die zogenaamde vloek valt te
onderbouwen – Alexander Albon, bestuurder van de tweede ART in 2017, kwam niet
al te best voor de dag. Ook zijn drie opvolgers, Jack Aitken, Nikita Mazepin en
Marcus Armstrong, hadden grote moeite om in het spoor van de teamleider te
blijven. Pourchaire, enigszins bijgelovig, moet van een vloek echter niets weten. 'Haha, ik heb erover gehoord en gelezen. De ART-vloek. Ach, weet je: de snelste
van beide coureurs eindigt voor de andere coureur. Zo kan je het ook bekijken. Dan
is het geen vloek, maar logica. George (Russell, red.) en Nyck (de Vries, red.)
werden in 2018 en ’19 immers kampioen voor ART', stelt de nieuwbakken F2-rijder
terecht.
Pourchaire mag pas in augustus in een F1-auto stappen
Goed, Pourchaire wil
graag, hij wordt door een F1-team gesteund en zijn prestaties spreken voor
zich. Er is echter nog één probleem – als een Alfa-coureur nú uitvalt, mag
Pourchaire nog niets. Hij heeft nog geen superlicentie, al zijn de benodigde
punten al binnen. 'Tsja, ik ben nog maar 17 jaar oud, en het reglement schrijft voor dat F1-rijders minstens 18 jaar moeten zijn. Wat dat betreft moet
ik nog minstens zes maanden geduld hebben', wijst Pourchaire op zijn
verjaardag, midzomer in augustus.
Voor nu is de focus op
Formule 2 gericht. Pourchaire streeft naar het hoogst haalbare, maar weet dat de
concurrentie niet stilzit. 'Ik moet mij focussen op enkel de F2. Het wordt
zeker niet eenvoudig, ik moet het eerst nog maar eens laten zien. Maar als ik
een goed seizoen draai, kan ik dat waarvan ik al jaren droom bereiken!'