Valtteri Bottas en Lewis Hamilton waren helemaal niet de snelste coureurs op het gebied van topsnelheden, zo stelt Windsor in zijn vlog op YouTube. De kwalificatiemodus zou de Mercedes-motor extra snelheid geven, waardoor vooral in de laatste kwalificatiesessie veel aan tijd wordt gewonnen. Dat was tijdens de Grand Prix van Spanje echter niet zo, zo beweert Windsor.

'Hamilton reed 307 kilometer per uur en Bottas 308 kilometer per uur', zegt de analist. 'De twee Racing Points reden echter 321 kilometer per uur, Carlos Sainz ook en Lando Norris behaalde een snelheid van 320 kilometer per uur. Charles Leclerc en de Red Bulls hadden op hun beurt dezelfde snelheid als de Mercedessen.' Zodoende reden Max Verstappen en Alexander Albon net zo snel op de rechte stukken als Hamilton en Bottas, terwijl die twee dus een voordeel zouden moeten hebben van de kwalificatiemodus.

'Het resultaat van de speed traps was voor Verstappen bemoedigend', zegt Windsor. 'In race-omstandigheden, bijvoorbeeld in de DRS-zones, is de snelheid vergelijkbaar met die van Mercedes.' De pijlsnelle Racing Points kunnen echter een probleem vormen voor de Nederlander, die zondag vanaf P3 start. 'Ze zijn veel sneller op de rechte stukken.  Als hij niet voor één van hun kan blijven, dan kan het een slechte dag voor Max worden.' (foto: Red Bull Content Pool / Getty Images)