De vernieuwde samenwerking tussen
Williams en
Mercedes in de Formule 1 zou wel eens voor problemen kunnen gaan zorgen. Dat stelt Roberto Chinchero bij de Spaanse tak van
Motorsport.com. Eerder in januari maakte Williams bekend dat er meer onderdelen overgenomen zullen worden van Mercedes, waaronder de versnellingsbak.
'Nog niet zo lang geleden was praten over een klantenteam in de Formule 1 bijna onvoorstelbaar', schrijft Chinchero. 'Het creëerde een meningsverschil over het in gevaar brengen van het intellectuele eigendom van de teams en het voorkomen dat meer teams de grid zouden verlaten. Williams was een van die teams die tegen dit voorstel was, eerst met
Frank Williams en later met zijn dochter
Claire Williams.'
'Het Engelse team verdedigde hun eigen karakter als een Formule 1-team dat in staat was om zelfstandig hun auto te ontwerpen en te bouwen', gaat Chinchero verder. 'Het was Williams' doel om hun belangen te verdedigen, ondanks dat een klantenteam het beter doet dan een volledig onafhankelijk team.' Na de overname door
Dorilton Capital gaat Williams dus toch de samenwerking aan met leverancier Mercedes.
'Transmissie is Trojaans paard dat zich vertaalt in verdere samenwerking'
'Gezien het verleden (van het team, red.) zorgde de overeenkomst tussen Williams en Mercedes vanaf 2022 voor opschudding', schrijft Chinchero. 'Van de tien teams in het kampioenschap zullen er nog hooguit vijf onafhankelijk zijn. Maar het gaat niet alleen om de versnellingsbak, want de transmissie is een Trojaans paard dat zich vaak vertaalt in een samenwerking gericht op uitbreiding naar een veel breder scala aan componenten, te beginnen met de ophanging.'
De nieuwe samenwerking tussen Williams en Mercedes kan volgens Chinchero dus niet perse als positief worden gezien voor de Formule 1 in het algemeen. 'Het is een langzame, maar onverbiddelijke evolutie', aldus de Italiaan. 'Een die jaar na jaar zijn weg vindt ondanks een verordening die vandaag officieel klantenteams verbiedt, maar teams als
Racing Point in 2020 wel laat rijden. De vraag is dan ook hoeveel dit proces ten goede komt aan de Formule 1.'