Kostenreducties, budgetplafonds, standaardisering van onderdelen en simpelere motoren: Er zijn al heel veel zaken de revue gepasseerd om de Formule 1 goedkoper en daarmee laagdrempeliger te maken. Het enige waar de FOM niet aan wil, is het enige dat daadwerkelijk zoden aan de dijk gaat zetten: Minder races.
Het is een mening die ik al langer heb en het is fijn dat een hooggeplaatst figuur binnen de sport tot dezelfde conclusie is gekomen. De Formule 1-kalender moet niet uitgebreid worden, maar moet juist ingekrompen worden.
Toto Wolff verwoordt het tegenover
Motorsport.com als volgt: 'Om het zo exclusief mogelijk te maken, zou ik voorstellen om in plaats van 21 races nog 15 of 16 races te houden. Dat levert op de korte termijn uiteraard minder op, maar zorgt er wel voor dat het exclusiever en waardevoller blijft.'
Wolff benoemt in deze zin twee waarheden.
1. De Formule 1 is zichzelf momenteel aan het verkopen als een dame van lichte zeden. Iedere iets te rijke promoter kan een Grand Prix op bestelling krijgen en als
de locatie leuk is, hoeven er soms zelfs niet eens kosten betaalt te worden.
2. De exclusiviteit van de Formule 1 is inderdaad aan het verdwijnen. Vroeger reden alleen de echt goede coureurs honderd Grands Prix of meer. Als Liberty haar zin krijgt met
23, 24 of 25 races per jaar rijden coureurs als Marcus Ericsson dat in vier seizoenen. Waar zit dan de prestatie?
Een ander aspect is dat het WK spannender wordt. Dat klinkt misschien raar, maar ik merk aan mezelf dat het seizoen te lang duurt. De spanningsboog verslapt richting race 18, 19 en 20 en dat is zonde want vaak moet de wereldtitel dan nog vergeven worden. Bovendien hebben coureurs bij een kleinere kalender minder races de tijd om gemaakte fouten te herstellen. Nu kan een
uitvalbeurt zoals die van Sebastian Vettel in Duitsland te gemakkelijk gecompenseerd worden.
Meer teams, meer talenten
Een kleinere kalender zorgt ook voor een andere spin off waar de sport momenteel enorm op zit te wachten: Meer teams. Doordat er flink bezuinigd kan worden op reis- en verblijfkosten, op transportkosten en op personeelskosten is het aantrekkelijker om als Formule 2-team of Formule E-team de sprong naar de koningsklasse te maken. De Formule 2-kalender bestaat, evenals die van de Formule E, uit 12 raceweekenden. 15, 16 of 17 raceweekenden is wel te doen met één pitcrew, met 23 of 24 moet er een complete tweede crew aangenomen worden, wat weer voor een kostenverhoging in plaats van een kostenverlaging zorgt. Niet doen dus. Feit is dat er in de jaren '90 meer teams waren dan nu toen er minder races op de kalender stonden.
Misschien is het, als de kalender kleiner wordt en de kosten verlaagd worden, wel een leuk idee om een promotieplicht in te voeren zoals we die bij het voetbal kennen. De Formule 1 moet uit 12 teams bestaan dus de nummers 1 en 2 uit de Formule 2 promoveren in 2020 naar de Formule 1. Jaarlijks promoveert de constructeurskampioen van de Formule 2 naar De F1 en degradeert de nummer 12 naar de Formule 2. Dat maakt de strijd onderin ook een stuk interessanter.
Los van die hypothese, hadden 12 teams op de grid ervoor gezorgd dat talenten als George Russell, Esteban Ocon en Stoffel Vandoorne in 2019 hoogstwaarschijnlijk een stoeltje in de F1 hadden gehad en dat had de kwaliteit van de races weer verbeterd. Goede coureurs die niet kunnen omdat er simpelweg geen plekjes vrij zijn, is doodzonde. Luister dus eens naar Toto Wolff, niet zo zeer naar mij, en maak de kalender kleiner, de sport exclusiever en aantrekkelijker voor nieuwe teams en zorg daardoor voor een beter en spannender WK. (Foto: Red Bull Content Pool)
- Hans van Brunschot