Van Putten: 'Lodewijk Varossieau, toen de manager van Albers, kwam naar me toe. Hij zei: 'Wij willen proberen Christijan de F1 in te krijgen.' Die zet zorgde voor twijfels bij Mol. 'Ik was er niet zo’n voorstander van dat Albers zijn Mercedes-contract opzegde om in de Formule 1 wat te gaan proberen.'

De reden hierachter was de politiek bij het Duitse team en in die sport. 'De DTM was enorm politiek, en dat was ook enorm zo bij Mercedes en Norbert Haug.' Christijan ging ook dat seizoen als de brandweer. Van Putten durfde het wel aan: 'Albers had eigenlijk kampioen moeten worden, maar mocht het niet.'

Dat was voor hem de druppel die het vat deed overlopen. 'Hij was eigenlijk al het hele seizoen behoorlijk gefrustreerd daarover, terwijl hij het snelste was. Toen zei hij: nu ga ik het anders proberen, waarna het verhaal met Minardi op tafel kwam', vertelt van Putten.

Van Putten heeft toen met vrachtwagenmaker MAN Nederland zes of zeven vrachtwagens klaargezet voor Minardi. 'Plus nog 250.000 dollar per jaar betaald. Dat was het laatste duwtje voor teambaas Paul Stoddart om Christijan in de auto te krijgen.' De investeerder, toen lid van de Raad van Bestuur van 'een grote fabrikant in München', had goed contact met Stoddart en zat ook bij Jordan aan tafel.

Mol snapt het nu eindelijk. 'Voor mij verklaart het een aantal van die stappen', zegt hij over de op het oog onlogische beslissing van Albers om voor een plekje in de achterhoede te kiezen. 'Die dingen kan je pas X jaar later openbaren, zonder dat er iemand schade van op loopt.' (Foto: Fractal 00, CC 2.0)