Na zeven seizoenen sluit
Kevin Magnussen zijn Formule
1-boek. Waar hij debuteerde als grote belofte, verlaat hij de paddock via de achterdeur. Jonger talent moet de kans krijgen bij
Haas en dus is er geen plek
meer voor de Deen. Een
retrospective van de vrij grillige carrière van
Magnussen in de koningsklasse van de autosport.
Als regerend Formule
Renault 3.5-kampioen stapte
McLaren-protegé Magnussen in 2014 in de McLaren om de tegenvallende Sergio
Perez te vervangen. Er werd veel verwacht van de toen 22-jarige jongeling, want
in de opstapklasses maakte hij veel indruk. De Deen leverde gelijk door zich
voor de seizoensopener in Australië als vierde te kwalificeren, terwijl teamgenoot
Jenson Button niet verder kwam dan P10. In de race maakte Magnussen er een P3
van om later zelfs gepromoveerd te worden tot nummer twee, omdat Daniel
Ricciardo gediskwalificeerd werd. Een debuut om in te lijsten dus.
Wat niemand zou beseffen is dat Magnussen in de seizoenen
daarna nooit meer zijn P2 in Australië zou overtreffen. Ook al pakte hij
geregeld punten in de middelmatige McLaren-Mercedes, verder dan een P11 in het
kampioenschap kwam hij niet in 2014. McLaren zou uiteindelijk niet Button, die
met 126 punten achtste werd, maar Magnussen vervangen voor tweevoudig wereldkampioen
Fernando Alonso, die voor het seizoen 2015 terugkeerde bij de Britse renstal.
Ongeluk bij een geluk
Vanaf dat moment volgden wat onzekere jaren voor Magnussen,
die reservecoureur werd bij McLaren. Een vast zitje had hij niet en zodoende
kon hij zich niet in de kijker rijden bij andere teams. Echter: Alonso raakte
geblesseerd bij de wintertests en kon niet deelnemen aan de Grand Prix van
Australië van 2015. Magnussen werd naar Melbourne gevlogen en mocht instappen
in de inferieure McLaren-Honda. Zijn comeback viel echter in duigen doordat
onderweg naar de grid zijn krachtbron plofte. Toch geen officiële rentree voor
de Deen.
Het was extra zuur voor Magnussen, want hij zou geen
officiële sessie meer rijden in 2015. Niet raar ook dat hij buiten de boot viel
voor wat betreft de veldbezetting van 2016. Gesprekken met Haas en Manor GP
leverde niets op, totdat Renault aan de vooravond van de wintertests belde. Of
hij Pastor Maldonado wilde vervangen, want hij kwam zijn sponsorverplichtingen
niet na en kreeg dus geen stoeltje. Magnussen ging in op het aanbod en stond zo
alsnog op de grid, op het laatste moment.
Zijn plotselinge terugkeer vormde het begin van een aantal
stabiele jaren in de Formule 1. Magnussen had een vast zitje te pakken en kon eindelijk
weer laten zien wat hij in zijn mars had. Nou ja, laten zien is relatief, want
de Renault van 2016 was maar een matige bolide waarmee Magnussen slechts zeven punten wist te pakken.
Toch maakte hij genoeg indruk in het achterveld, want Haas
contracteerde hem voor 2017 als tweede coureur naast Romain Grosjean. Dat duo
zou uiteindelijk tot 2020 standhouden en voor veel spraakmakende momenten
zorgen. Eerst was daar de twijfel over Magnussen, daar waar hij begin 2017 vaak
betrokken was bij knullige ongelukken, maar later kreeg hij wel lovende
kritieken. Als één van de vele middenmoters onderscheidde hij zich door zijn
risicovolle rijstijl. Of je nou Marcus Ericsson, Kimi Räikkonen of zelfs
teamgenoot Grosjean bent, Magnussen liet je er niet zomaar langs.
Door zijn gewaagde rijstijl werd Magnussen populair bij
fans, die graag actie zien, maar zorgde ook voor spanningen tussen hem en andere
coureurs. Bekend is de confrontatie tussen de Deen en Nico Hülkenberg vlak na
de Hongaarse Grand Prix van 2017, toen de man uit Roskilde zijn Renault-opvolger
van de baan dwong. Hülkenberg noemde Magnussen de ‘meest onsportieve coureur op
de grid’,
waarna de Deen in niet al te nette woorden antwoordde.
Magnussen, en ook teamgenoot Grosjean, bezorgde teambaas
Günther Steiner slapeloze nachten. De twee kemphanen kwamen gedurende 2019
meerdere malen met elkaar in aanraking, totdat op Silverstone de bom barstte nadat
beide coureurs uitvielen na een botsing. Steiner was woest en ging flink tekeer
tegen zijn pupillen, iets wat tot een meme uitgroeide door de Netflix-serie Drive
to Survive, waarin de woede-uitbarsting van Steiner op beeld werd
vastgelegd.
Magnussen excelleert in 2018
Hoewel 2019 en 2020 ronduit matig verliepen voor Magnussen,
liet hij echter ook zien écht wel een goede subtopper te zijn. Dat kwam vooral
in 2018 tot uiting, toen Haas een uitstekende bolide bouwde. Magnussen bewees
dat hij met sterk materiaal kan leveren en dat deed hij ook dat jaar.
Regelmatig was hij best of the rest achter Mercedes, Ferrari en Red Bull
Racing. Met 56 punten werd hij uiteindelijk negende in het kampioenschap, zijn
beste resultaat in de Formule 1.
Maar na 2020 sluit hij het boek noodgedwongen, omdat Haas de
kans wil geven aan Formule 2-coureurs Mick Schumacher en Nikita Mazepin. Met
Magnussen verliest de sport een kleurrijke coureur die zich bewust was van zijn
positie, maar alleen genoegen nam met het maximale. Geen grijze muis in de
middenmoot, maar een viking die ten alle tijden met het mes tussen de tanden
rondrijdt. Magnussen heeft nooit zijn ware potentieel kunnen waarmaken, maar
krijgt wat hij verdient: erkenning van de fans, die balen dat zijn naam in 2021
ontbreekt op de grid.