Volgens Marcus Ericsson heeft Sauber een potentieel rampzalige tweede seizoenshelft weten te voorkomen. Toen bij de renstal duidelijk werd dat het noodzakelijk werd om met een oude krachtbron te gaan rijden, had het team bij de pakken neer kunnen gaan zitten, maar koos er toch voor om alles op alles te zetten om enkele vorderingen te boeken. 'Het team had eerlijk gezegd weinig keuze', begint Ericsson tegenover Motorsport.com. 'Ze waren door verschillende redenen genoodzaakt om voor oude motoren te gaan. Ik denk dat ze hoopten dat het verschil niet heel groot zou zijn, maar ik wist meteen dat het geen goede zaak was toen ik hoorde dat we met oude motoren gingen rijden. Iedereen heeft gezien wat er gebeurde met Toro Rosso [toen zij oude Ferrari-motoren gebruikten in 2016], het was geen verrassing.'
'Je moet het van de positieve kant bekijken en we hebben ons moeten focussen op het chassis', vervolgt ed coureur van Sauber. 'Dat hebben we gedaan, maar we wisten dat het een grote handicap zou zijn. Met die wetenschap ben ik wel onder de indruk van het team en de fabriek. We zijn blijven pushen met ontwikkelingen. Na de zomerstop leek het een rampseizoen te worden, de achterstand op de naaste concurrenten was zo groot, we waren meer dan een seconde per ronde te langzaam.'
'Het zag er echt slecht uit en het was makkelijk geweest om op te geven en de pijlen te richten op het nieuwe seizoen. Maar ze zijn blijven werken en hebben steeds nieuwe onderdelen naar het circuit gebracht, tijdens de laatste drie of vier weekenden deden we weer mee en konden we in de kwalificatie en tijdens de race weer vechten met anderen. Dat is een groot goed en het laat zien dat dit team bestaat uit goede mensen op zowel het circuit als in de fabriek,' besluit Ericsson. (foto: Sauber F1)