De FIA waarschuwt de teams alvast dat zij niet hoeven te proberen een flexibele vloer te ontwikkelen bij hun auto. Nikolas Tombazis, de hoofd technicus van de FIA, zegt dat er ingegrepen zal worden als de FIA ook maar het idee krijgt dat de regels worden misbruikt. 'Als het gaat om de flexibiliteit van de diffusers of de zijkanten van de vloer, dan houden we dat zeker nauwlettend in de gaten', vertelt Tombazis geciteerd door
Motorsport.com. 'Als we een idee krijgen dat het te ver gaat, dan zullen we dit verder testen en proberen de effecten te reduceren. Met de nieuwe regels zullen er ongetwijfeld onderdelen zijn die we niet hebben voorzien van een regel omtrent de flexibiliteit.'
FIA houdt flexibele onderdelen in de gaten
Tombazis geeft dus al de indruk dat sommige teams zullen proberen de regels te omzeilen of in ieder geval er een creatieve twist aan te geven. Gelukkig is de FIA op alles voorbereid. 'Als wij vinden dat iets te ver gaat, dan staan de regels ons toe dat we ingrijpen.' Ook
Ross Brawn, de directeur van de Formule 1, maakt zich niet druk. Hij denkt dat de teams elkaar goed in de gaten houden en een melding zullen maken zodra zij denken dat er iets niet pluis is.
'Ik denk dat het probleem met de aerodynamica iets is dat we altijd zullen hebben in de Formule 1', zegt Brawn. 'Het is al een langere tijd aanwezig in de sport, omdat de ingenieurs bezig zijn met de prestaties van de auto door de onderdelen flexibeler te maken. Het is iets waar de FIA steeds bovenop moet zitten en gelukkig staan de regels toe dat er ingegrepen wordt. Daarnaast kom je er ook snel achter waar de teams mee bezig zijn omdat analyseren nu veel makkelijker gaat.'
Tombazis: 'Het zal moeilijker worden de auto te besturen'
De Formule 1 introduceert met de nieuwe regels ook het 'ground effect' wat ervoor zorgt dat de auto's ook dichterbij de grond zullen rijden. 'We zijn ons ervan bewust dat de auto's dichterbij de grond moeten rijden om beter te presteren. Het zal moeilijker worden voor de coureurs om de auto te besturen. We willen dat de coureurs het verschil kunnen maken en niet de auto', eindigt Tombazis