Lando Norris kende in
2021 een seizoen met twee gezichten. Hij trapte het jaar ijzersterk af en wist
in de eerste negen wedstrijden drie podiumplaatsen te behalen. Het beloofde
een jaar te worden waarin Norris zich in minder materiaal zou kunnen meten met de vier topcoureurs van Red Bull Racing en Mercedes. Het jaar
sloot hij echter in mineur af. In de laatste wedstrijden was een top zes finish
niet meer mogelijk, maar waar kwam dit door? Heeft de jonge Brit, die zich
graag uitlaat over mentale gezondheid, dan toch een mentale tik opgelopen door
zijn strategische misser tijdens de Grand Prix van Rusland? F1Maximaal.nl kijkt naar de cijfers. Dat Norris gedurende het jaar iets aan vorm in moest
leveren, mag niet als verrassing komen. De eerste tien wedstrijden van 2021
wist hij elke race te scoren. Daar had hij in Hongarije vermoedelijk mee door
kunnen gaan, ware het niet dat hij in de openingsfase van de race uitgeschakeld
werd door een overenthousiaste Valtteri Bottas. Eigenlijk vielen de resultaten
vanaf het moment dat die reeks gestopt werd tegen, met uitzondering van een
tweede plek in Italië voor de talentvolle rijder. Tot aan Monza kende hij een
meer dan verdienstelijk seizoen. De race daarop, in Rusland, kwam de grootste
smet op zijn
F1-jaar.
Norris had de beste
zaterdag van zijn carrière en behaalde op schitterende wijze poleposition op
een nat wegdek. Wel was hij gewaarschuwd voorafgaand aan de start: het rechte stuk
naar de eerste bocht staat op Sochi Autodrom toe dat de nummers twee en
drie middels een slipstream die eerste plek gemakkelijk af kunnen pakken. Zijn
vriend en oud collega,
Carlos Sainz, maakte gebruik van deze mogelijkheid. Norris hield de
Ferrari-coureur in de openingsfase bij en in ronde 13 was P1 weer van
hem.
Alles verliep op rolletjes voor de jonge Engelsman.
Lewis Hamilton
was lang opgehouden door teamgenoot
Daniel Ricciardo en het werd duidelijk dat
de Mercedes de snelheid op het rechte stuk niet had om zich gemakkelijk een weg
langs een
McLaren te banen. Met andere woorden: de eerste Grand Prix-zege van
Norris kwam steeds dichterbij en leek een ronde of dertig lang een serieuze
mogelijkheid. Dit veranderde toen het in de slotfase keihard begon te regenen.
Norris besloot om buiten te blijven en dit bleek de verkeerde keuze. Hij
glibberde over het circuit terwijl de inmiddels op P2 gelegen Hamilton
wél naar binnen dook.
Norris in tranen
Het kostte de McLaren-rijder dusdanig veel tijd dat hij zijn
eerste plaats na die late pitstopfase in moest leveren. Een zevende plek was
alles dat nog te redden viel. Norris’ zege verdween en hij maakte zelf de call om buiten te blijven, hoewel
McLaren hem erop had moeten wijzen dat het alleen maar harder zou gaan regenen.
Zijn eerste Grand Prix-overwinning ging in rook op en de interviews na afloop
van de blunder waren hartverscheurend. Hij meldde zich met tranen in de ogen
voor de camera’s, na in de pitstraat nog getroost te zijn door zijn landgenoot,
die die dag zijn honderdste overwinning pakte.
De jongeman die zich bij tijd en wijle uitlaat over het
belang van mentale gezondheid kreeg en
plein public een zware mentale tik te verduren. Ontzettend sneu,
natuurlijk, en Norris wordt over het algemeen gezien als een goede, vrolijke
jongen. Niemand gunde hem het dus dat hij op zo’n manier zijn eerste zege
misliep. Norris wist zelf ook dat het in de autosport nou eenmaal niet altijd
volgens plan gaat, maar het is moeilijk om zoiets te accepteren wanneer het je
voor de eerste keer gebeurt.
Norris’ vorm is weg
Opvallend was dat in de daaropvolgende races Norris’ goede vorm
eigenlijk compleet weg was. Het vormt een mooie casus voor de Formule
1-liefhebber die benieuwd is naar of, en in hoeverre, de mentale gesteldheid
van een coureur de prestaties aantast. Zoals we in het verleden bij Pierre
Gasly gezien hebben bijvoorbeeld, zijn er gevallen te noemen waarin een rijder
duidelijk last had van druk, of gewoon niet lekker in zijn vel zat, waarna deze coureur ver ondermaats presteerde. De Fransman is hier een perfect
voorbeeld van. Was er bij Norris echter ook sprake van na Rusland?
Op het eerste gezicht lijkt van wel. Norris wist in de eerste vijftien
races van 2021, Rusland incluis, gemiddeld 9,2 punten per race te verzilveren.
In de zeven races na Rusland lag dit gemiddelde op 3. Hij zat in die resterende
races dus op één derde van de punten. Hij reed die laatste zeven races allen
uit, maar wist op drie gelegenheden slechts tiende te worden. Eenmaal werd hij negende,
eenmaal achtste en tweemaal zevende. Vergelijk dat eens met de drie derde
plekken en de tweede plek van vóór Rusland, en het wordt duidelijk dat Norris wel
degelijk worstelde met zijn vorm in die laatste races.
Punten per race in 2021 voor het McLaren-duo. De onderbroken, horizontale lijnen weergeven de gemiddelden per coureur over de periode vóór en mét de Grand Prix van Rusland, en na Rusland.
Is het Norris of is
het McLaren?
Had deze vormdip te maken met Norris of met McLaren? Het is
een terechte vraag, want als McLaren relatief aan haar concurrenten snelheid
verloor, dan vallen die lagere eindklasseringen de rijders immers niet te
verwijten. Om te bepalen welke factor in het ondermaatse seizoeneinde van
Norris de grootste rol speelde, kunnen we de resultaten van Norris en
teamgenoot Ricciardo naast elkaar leggen. Ervoer Ricciardo een vergelijkbare
vormdip dan zou je namelijk kunnen beargumenteren dat McLaren wat betreft het
materiaal slechter ging presteren – niet geheel onbegrijpelijk, gezien bij veel
teams de focus al op 2022 ging tegen het einde van vorig jaar.
Uit de cijfers van 2021 blijkt dat relatief slechter
materiaal waarschijnlijk niet de volledige verklaring is voor de kleurloze
laatste wedstrijden van Norris. Het team presteerde wel een stuk slechter. In
de laatste zeven race van het seizoen
lag namelijk ook het gemiddelde van Ricciardo een stuk lager dan ervoor. Hij
ging van een gemiddelde 6,2 punten per race naar een gemiddelde van 2,85. Niet
zo’n drastische verandering als bij Norris, maar nog steeds een halvering
van de hoeveelheid behaalde punten per race. Als team pakte McLaren in de
eerste vijftien races 231 punten, gemiddeld 15,4 punten per race. In de laatste
zeven waren dit er 41, dus gemiddeld 5,86 punten per race.
| Coureur | Gemiddelde puntenaantal per race vóór Rusland | Gemiddelde puntenaantal per race na Rusland | Verschil (in %) |
| Lando Norris | 9,2 | 3 | -67,4% |
| Daniel Ricciardo | 6,2 | 2,85 | -54% |
Norris verliest vorm,
Ricciardo in mindere mate
Het concurrentievermogen van McLaren lag dus lager, maar uit
de vergelijking tussen Norris en Ricciardo kunnen we tevens halen dat Norris
het in de laatste races van 2021 een stuk zwaarder had dan zijn collega. Zo
scoorde Norris aan het begin van het jaar bijna 150 procent van de punten van
zijn teamgenoot. In de laatste wedstrijden was dit slechts 105 procent.
Relatief aan Ricciardo wist Norris dus zeker minder uit te blinken. Wel won hij
ongeveer even vaak het onderlinge duel in beide seizoenshelften, wat het
vermoeden alleen maar versterkt dat er wellicht mentaal meer aan de hand was
bij hem.
Zijn consistentie behield hij, maar Norris kwam niet hoger
dan een zevende plek, waar Ricciardo twee keer liet zien in die laatste races
dat er meer in zat. Hij werd in de Verenigde Staten en Saoedi-Arabië twee keer
vijfde, Norris eenmaal achtste en eenmaal tiende. Vóór Rusland lukte het
Ricciardo vier keer om voor Norris te eindigen, twee van die races waren
Hongarije en België, waar Norris uit de race gereden werd (Hongarije) en geen kans had om richting de punten te rijden (België). Effectief nam Ricciardo in de eerste
veertien races op pure snelheid twee keer het voortouw, en in de laatste zeven
ook. Norris had tegen het einde van het jaar simpelweg meer moeite met het bijbenen van
zijn teamgenoot.
Daniel Ricciardo en Lando Norris behaalden de enige één-twee van 2021 voor McLaren. (Foto: McLaren F1 Media)
Was het Rusland?
Rusland was voor Norris een zeer bittere pil om te slikken.
Het is voor een coureur nooit prettig om een zege uit handen te moeten geven,
maar al helemaal wanneer het de eerste betreft, doet zoiets pijn. Norris en
McLaren zijn na de blunder in Sochi aan het werk gegaan, hebben gekeken naar de
communicatie en hoe deze communicatie beter kon. Volgens beide kampen heeft dit
de samenwerking verbeterd, maar daar was in de daaropvolgende races qua
resultaten weinig van te merken. Zijn vorm zakte hevig in en het ligt voor de
hand dat de teleurstelling van het verlies van de zege in Rusland daar een rol
in heeft gespeeld, al helemaal omdat dat precies het omslagpunt was in zijn
jaar dat het minder ging.
Ricciardo’s vorm kelderde ook na Rusland, wat aangeeft dat
de McLaren wel degelijk minder presteerde en dat verklaart dus deels de matige prestaties van Norris. Met het sterke tweede seizoendeel
van Ferrari is het te begrijpen dat de heren regelmatiger topposities in moesten
leveren. Toch is het gat van Ricciardo tussen de prestaties vóór en na Rusland
kleiner. Opvallend is dat de twee coureurs qua puntentotalen vrijwel op gelijke
hoogte lagen. Haalden ze dan allebei op hun eigen manier, de een met
consistente lage puntenfinishes en de ander met inconsistent hoge
puntenfinishes, alles uit het materiaal wat er in die slotfase van het reglementaire tijdperk nog in zat? Zeker weten doen we het niet totdat Norris zich erover uitlaat. Wel is duidelijk dat er iets in Rusland gebeurd is dat de opmars van Norris gestopt heeft, en wat ze misschien wel de derde plek in het wereldkampioenschap heeft
gekost.