Circuitontwerper Jarno Zaffelli, het brein achter de verbouwingen
van circuit Zandvoort, verwacht dat de baan spektakel op zal leveren. Hij is
positief verrast over het werk dat er is verzet, en denkt dat dit alleen in
Nederland mogelijk was geweest. Hij is vooral trots op de nieuwe Hugenholtzbocht.
Het idee om daar banking aan te leggen, kwam van de Italiaanse Zaffelli. Zaffelli is tegen
De Telegraaf lovend over het werk wat de Nederlandse
organisatie heeft verzet om het circuit klaar te maken voor de Formule 1. ‘De paddock, de gebouwen, de tribunes. Het
is echt ongelooflijk.’ Vooral het werk aan de baan zelf imponeert: ‘Dit
soort bochten, dat kan alleen in Nederland. Want om dit te verzinnen én te
bewerkstelligen, moet je ondernemersgeest hebben. En dat hebben jullie.’
‘Dit soort bochten’
verwijst natuurlijk naar de veelbesproken bochten met
banking: de
Hugenholtzbocht in sector 1 en de Arie Luyendijkbocht aan het einde. De Luyendijkbocht
was een idee van projectmanager Niek Oude Luttikhuis. Omdat een snelle kombocht
als deze praktisch als recht stuk functioneert, kan het korte rechte stuk op
Zandvoort
zo effectief verlengd worden. Dit maakt inhalen makkelijker. Het was vervolgens
Zaffelli die op het idee kwam om
banking in een tweede bocht toe te
passen. Dit werd de Hugenholtzbocht: de scherpe, ronde linkerbocht die bij
wijze van spreken bijna ín het pitgebouw zit.
43 verschillende lijnen
De banking in deze bocht is anders dan in de Arie Luyendijk,
wat hem een totaal ander karakter geeft. Zaffelli verwacht dat coureurs in deze
bocht met elkaar zelfs kunnen vechten. ‘Ik heb al met iemand van de Formule 1-organisatie, Craig Wilson, om 1
pond gewed dat we wel degelijk inhaalacties gaan zien in bocht 3.’ Dat
inhaalacties mogelijk moeten zijn, komt wellicht door het grote aantal
verschillende lijnen dat in de nieuwe Hugenholtz mogelijk is. ‘Tom Coronel zei
dat dit de enige bocht is met 43 verschillende lijnen om te rijden.’
Naast de twee aangepaste bochten, verheugt Zaffelli zich op het
gedeelte na de Hugenholtzbocht. Het zijn een aantal snelle, krappe knikken met
veel hoogteverschil, die uitmonden in het snelle en spectaculaire Scheivlak. ‘Ik hoop dat het ook voor de coureurs eng
wordt. Maar het zijn absolute professionals, dus dat zal moeilijk worden.’
De Italiaan looft Zandvoort om zijn unieke karakter: ‘Ik ben blij als de
coureurs herkennen dat dit circuit anders is dan anders. Dit is geen knip- en
plakbaan. Jullie Nederlanders verdienen Formule 1, op een geweldig circuit.’