Opinie | De constante onbalans in de Formule 1

Formule 1
woensdag, 13 december 2017 om 13:52
standaardfoto f1maxjpg
2017 was het eerste jaar dat de Formule 1 racete onder de vlag van Liberty Media als commerciële eigenaar van de sport. Het bedrijf heeft innovatieve en spectaculaire plannen voor de Formule 1, maar hoe realistisch is het dat de Formule 1 daadwerkelijk substantieel gaat veranderen.
Los van het feit dat Liberty overeenkomsten sluit met circuit-eigenaren, sponsoren en promoters ligt de crux van de ambitieuze plannen van het Formule 1-management in de handen van de teams. 
Wanneer je een snelle blik werpt op de teams zie je tien teams die elk twee auto's aan de start van een GP brengen. Wanneer je wat dieper kijkt zie je een exclusief automerk dat zo'n beetje synoniem staat voor de Formule 1, een prestigieus automerk, een massaproducent van auto's, een historisch team dat zichzelf ontwikkeld heeft tot producent van supercars, een energiedrankjesfabrikant die eigenaar is van niet één, maar twee teams, een marketingtool voor een fabrikant van machinale power tools en drie onafhankelijke teams wiens missie het is om advertentieruimte op de auto's te verkopen aan sponsoren. 
De grote vraag is: Hoe kunnen al deze verschillende belangen tevreden gesteld worden in de plannen van Liberty Media? Er zijn immers maar drie teams die Formule 1-racen als core business hebben. De zeven andere teams zouden in theorie kunnen kiezen om op zoek te gaan naar alternatieven om hun promotionele en marketingactiviteiten te ontplooien. 
Het feit dat de door de FOM uitgekeerde gelden tot teleurstelling van de teams voor het eerst in een decennium zijn afgenomen doordat Liberty meer geld besteed heeft aan de groei van de sport is wat dat betreft geen goed begin van de onderhandelingen. 
In simpele termen zijn de teams de leveranciers van Formule 1-diensten voor Liberty en zijn desondanks genoodzaakt om een gedeelte van hun factuur kwijt te schelden aan Liberty omdat Liberty meer geld nodig heeft voor het produceren van de Formule 1-show. Het deed een teambaas zichzelf afvragen in welke andere tak van zaken doen op die manier gewerkt wordt. 
Liberty Media begeeft zich wat dat betreft op glad ijs en is hard bezig om zichzelf in een onmogelijke positie te manoeuvreren. Als Liberty namelijk de teams (en vooral de leveranciers daarachter) teveel tegen zich in het harnas jaagt (denk onder andere aan de nieuwe motorformule die gepland staat voor 2021), loopt het bedrijf het risico dat deze vertrekken uit de sport. 
De sport bevindt zich wat dat betreft op een kruispunt. Liberty Media wil vol inzetten op entertainment, globale groei en spektakel. Het ziet in de fan-events een nieuwe bron van inkomsten en kweekt vooral veel goodwill door de sport dichtbij de mensen te brengen. Daar zit natuurlijk inderdaad ook een belang voor de teams en motorleveranciers in. Wat voor waarde heeft jouw technologische ontwikkeling immers als er niemand meer kijkt naar de sport omdat deze te saai en elitair geworden is. Liberty zet in op simpele regels met standaard-onderdelen zodat het voor meer en meer teams en producenten mogelijk wordt om deel te nemen. Het bedrijf zou namen als Porsche en Aston Martin maar wat graag verwelkomen.
Aan de andere kant wordt de sport natuurlijk gedragen door technologische innovatie en het is niet moeilijk om het belang en daarmee het terughoudende enthousiasme van Renault, Ferrari en Mercedes te snappen. F1 is een technisch showplatform voor deze autofabrikanten en zij zitten helemaal niet te wachten op gestandaardiseerde onderdelen. Het doet natuurlijk ook wel degelijk afbreuk aan de kern van de Formule 1 als er een soort van standaard-klasse van gemaakt gaat worden. Alles voor de show is leuk, maar de sport moet natuurlijk wel een sport blijven. 
Liberty kan wat dat betreft een les uit het verleden leren. In 2008/2009 vond eenzelfde soort discussie plaats over de toekomst van de Formule 1. FOM koos een route waar de meeste motorenleveranciers niet achter stonden en dat leidde eind 2008 tot het vertrek van Honda en eind 2009 tot het vertrek van BMW en Toyota. Weer een jaar later vertrok Renault als fabrieksteam ook. F1 leverde daarmee een boel credit in en zag dat direct terug in de cijfers van kaartverkoop, kijkcijfers en sponsorinkomsten.  
Laten we eerlijk zijn: Niemand zit omwille van de show te wachten op een soort van veredelde Formule 2 met allemaal dezelfde auto's, een paar zakelijke bedrijven als sponsoren en een motor waarop niemand zit te wachten. Een dergelijke Formule gaat ongetwijfeld ten koste van TV-inkomsten, de prijzen van kaartjes, merchandising en de interesse van motorleveranciers, waar de onafhankelijke teams nog altijd van afhankelijk zijn en, misschien wel het allerbelangrijkste, de interesse van promoters om GP's te organiseren.
Juist de verschillen in de chassis- en motorontwerpen tussen Ferrari en Mercedes maken de Formule 1 de Formule 1. De oplossingen waar het ene team mee komt en die vervolgens stelselmatig door de andere teams gekopieerd worden. Dát is de essentie van de Formule 1. En ja, we zeuren allemaal dat we dominantie van Mercedes saai begin te vinden en dat het heel teleurstellend is dat er nog maar de helft van vorig jaar ingehaald wordt, maar het alternatief is nog beroerder. Liberty Media heeft een aantal hele grote knopen door te hakken.
loading

Loading