Prost over Senna: 'Ik weet een aantal dingen die ik nooit zal openbaren'

'In eerste instantie wilde het management van McLaren Nelson Piquet aantrekken als mijn teamgenoot', vertelt Prost tegen presentator Tom Clarkson. 'We zaten in Japan, eind 1986, in hotelkamer en we moesten een keuze maken: Senna of Piquet. Nelson was een vriend van me, Ayrton kende ik niet. Ik vond dat we voor Ayrton moesten kiezen. Hij was jong, getalenteerd en goed voor het team. Ik had een veto, maar wilde dat niet gebruiken.'

Ondanks het voortdurende gevecht tussen beide teamgenoten in de laatste seizoenen van de jaren tachtig waarbij hun onderlinge verstandhouding zodanig bekoelde dat ze niet eens meer met elkaar spraken, heeft Prost geen spijt van suggestie destijds. 'Ik heb geen spijt van dingen. Je doet dingen omdat ze op dat moment de juiste keuze zijn, zelfs als dat achteraf misschien niet zo blijkt te zijn.'

Twee keer eindigde de titelstrijd tussen Senna en Prost in een crash op Suzuka. Pas jaren later, eind 1993, toen Prost zijn helm definitief aan de wilgen hing, keerde er iets van vriendschap terug in hun onderlinge relatie. 'Toen zijn we pas echt met elkaar gaan praten', vertelt Prost over de laatste maanden van Senna's leven. 'We spraken over alles. Hij belde me eens of twee keer per week op en we hadden lange gesprekken. Hij wilde dat ik terug zou keren in de Formule 1.'

'Ik weet niet of je ons vrienden kunt noemen', besluit 'Le Professeur'. 'We waren op het circuit of op het podium niet warm naar elkaar toe. Hij veranderde opeens zijn houding en belde me op en we begonnen te praten. Ik weet een aantal dingen die ik nooit zal openbaren. Dus misschien is dat wel echte vriendschap.'