Stoffel Vandoorne is goedgemutst dezer dagen. De Vlaming staat voor een herstart in zijn Formule 1-loopbaan en hoopt dat de Renault-motor komend seizoen de krachtbron is die hem naar de voorkant van de grid helpt.
Over iets meer dan honderd dagen gaat in Australië het licht voor de eerste Grand Prix van 2018 alweer uit. McLaren hoopt na drie dramatische jaren met Honda in Melbourne met nieuwe partner de wedstrijd weer vanaf de voorkant van het startveld aan te kunnen vangen. Het team werkt omdat voor elkaar te krijgen de klok rond om de Renault-motor zo snel en zo goed mogelijk te integreren in het nieuwe chassis.
'Ik ben bijzonder tevreden op dit moment', vertelt Vandoorne tegen AS over het werk dat op de fabriek in Woking momenteel wordt uitgevoerd. 'Het werk gaat gestaag verder, zowel in de fabriek als in de simulator. Het gaat nu veel beter dan vorig jaar. Dat komt ook omdat ik beter kan vertellen en verwoorden hoe ik de auto wil hebben.'
De Belg geeft toe dat de problemen met Honda er vorig jaar voor gezorgd hebben dat zijn relatie met het team heeft beïnvloed. 'Het heeft het aanpassingsproces niet positief beïnvloed', zegt Vandoorne. 'Doordat we zoveel problemen voor onze kiezen kregen terwijl je in de voorbereiding op een raceweekend zoveel geïnvesteerd hebt, is het lastig om een relatie met het team en de engineers op te bouwen. Iedereen liep bijzonder gefrustreerd rond.'